Vervangen van de tonercartridge
Als de toner (bijna) op is, verschijnt een bericht waarin u wordt gevraagd een nieuwe tonercartridge voor te bereiden of de tonercartridge te vervangen. Bereid een nieuwe tonercartridge voor of vervang de tonercartridge volgens het weergegeven bericht.
|
Vervang geen tonercartridges totdat de melding waarin u wordt gevraagd dit te doen verschijnt. |
Procedure voor het vervangen van de tonercartridge
Bij het vervangen van tonercartridges volgt u de instructies in de video en de hieronder geschreven instructies.
1
Open het tonerdeksel.
Houd de linkerrand van de klep vast om deze te openen.
2
Trek de tonerpatroon naar buiten.
Vermijd schokken doordat de tonercartridge bijvoorbeeld ergens tegenaan botst. Hierdoor kan de toner gaan lekken.
3
Haal de nieuwe tonercartridge uit de doos.
4
Met het witte deel van de nieuwe tonercartridge omhoog schudt u de tonercartridge ongeveer 10 keer op en neer.
Door het schudden van de tonercartridge wordt de toner gelijkmatig verdeeld.
Een foutmelding verschijnt als u de tonercartridge plaatst voordat de toner gelijkmatig verdeeld is. Volg de instructies op het scherm en voer de volgende procedure opnieuw uit.
Zorg dat het witte gedeelte van de tonercartridge niet naar omlaag wijst. Als u dit niet doet, wordt de toner mogelijk niet goed afgegeven.
5
Installeer de nieuwe tonercartridge.
Houd de tonercartridge met het platte oppervlak van de punt omlaag en duw de tonercartridge zo ver mogelijk in de machine.
Druk de nieuwe tonercartridge goed aan. Anders wordt de tonercartridge naar buiten geduwd en zal de tonerdeksel niet worden gesloten.
6
Sluit het tonerdeksel.
|
Als het afdrukken is onderbroken omdat de toner op was, wordt dit automatisch hervat wanneer u de tonercartridge terugplaatst. Als de gradatie en densiteit van het afdrukken anders zijn na het vervangen van de tonercartridge, voer dan een aanpassing uit. |