Bedraad LAN of draadloos LAN selecteren

U kunt de methode voor het verbinden van de machine met computers enzovoort selecteren. U kunt bedraad LAN, draadloos LAN of bedraad LAN + draadloos LAN selecteren.
Wanneer bedraad LAN + draadloos LAN is geselecteerd, kunt u verbinding maken met een bedraad netwerk (hierna "bedraad LAN (hoofdlijn)" genoemd) en een draadloos netwerk (hierna "draadloos LAN (sublijn)" genoemd).
  <Voorkeuren>  <Netwerk>  <Selecteer interface>  selecteer <Bekabeld LAN>, <Draadloos LAN> of <Bedrade LAN + draadloze LAN>  <OK>
Als u <Draadloos LAN> of <Bedrade LAN + draadloze LAN> hebt geselecteerd
Draadloze LAN kan niet worden gebruikt als <Energieverbruik in Sluimer mode> is ingesteld op <Laag>. <Energieverbruik in Sluimer mode>
De instellingen van <Instellingen draadloos LAN> worden gewist.

Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik van draadloos LAN (sublijn)

Wanneer <Bedrade LAN + draadloze LAN> is geselecteerd, kunt u alle netwerkfuncties die met de machine zijn geconfigureerd, gebruiken, maar de functies die u kunt gebruiken met draadloos LAN (sublijn) zijn beperkt.
U kunt draadloos LAN niet instellen als de hoofdlijn en bedraad LAN als de sublijn.

Functies die beschikbaar zijn voor draadloos LAN (sublijn)

Het draadloos LAN-netwerk (sublijn) wordt doorgaans gebruikt voor het volgende.
Afdrukken waarbij de machine direct wordt opgegeven vanaf een printerstuurprogramma enz.
Verzenden naar een bestandsserver/Geavanceerde ruimte met behulp van het WebDAV-protocol
Toegang verkrijgen tot de Remote UI (UI op afstand)
Andere communicatieprotocollen (poorten) dan die die gebruikt worden voor het bovenstaande, worden gesloten en kunnen niet worden gebruikt. Voor informatie over de communicatiepoortnummers raadpleegt u Beschikbare poortnummers voor directe verbinding/draadloos LAN (sublijn).
Als u <Bedrade LAN + draadloze LAN> hebt geselecteerd, kunt u de functies die met draadloos LAN (sublijn) kunnen worden gebruikt, beperken. <Beperk functies voor sublijn>

Functies die niet beschikbaar zijn voor draadloos LAN (sublijn)

De volgende netwerkfuncties kunnen niet worden gebruikt met draadloos LAN (sublijn).
Verbinding maken met een ander netwerk via een router
Verbinding maken met internet via een proxy
Regelmatig bijwerken van de firmware
DNS-server-/WINS-serverinstellingen
IPv6-adresinstellingen
IEEE802.1X-authentificatie
IPsec
Firewallinstellingen
Het IP-adres instellen via AutoIP
De volgende functies en services kunnen niet worden gebruikt vanwege de bovenstaande beperkingen.
Verzenden naar een bestandsserver/Geavanceerde ruimte met behulp van het SMB-protocol
Regelmatig bijwerken van de firmware
Een verificatiesysteem maken voor een Active Directory-server
Het IP-adres voor draadloos LAN (sublijn) wordt ingesteld in <Instellingen IP-adres> in <Instellingen sublijn>. Instellen van het IPv4-adres van de sublijn
656J-008