Vervangen van de tonercartridge
0UUY-0H9 0UW1-0H9 0YRY-0H4 0X7F-0K9 0X7H-0K9 1100-0H7 0X6E-0K9 0X6W-0K9 10XJ-0H7 0X7C-0K9 0X7A-0K9 1106-0H7 0WXY-0KA 0X7E-0K9 10YY-0H7 10H3-0H5 0WR6-0KH 0WR7-0KH 108A-0H6 1116-0H6 10H4-0H5 0WR5-0KH 0WR8-0KH 0YWJ-0J3 0YWH-0K9 0YWR-0HX 0YWK-0K9 0YWE-0K9 0YWF-0K9 0YAS-0H7
Als de toner (bijna) op is, verschijnt een bericht waarin u wordt gevraagd een nieuwe tonercartridge voor te bereiden of de tonercartridge te vervangen. Bereid een nieuwe tonercartridge voor of vervang de tonercartridge volgens het weergegeven bericht.
Procedure voor het vervangen van de tonercartridge
1
Open het tonerdeksel.
Houd de rechter- en linkerkanten van de deksel van de tonervervanger vast en trek de deksel naar u toe om deze te openen. De vervangende kap (kleine kap) van de sleuf opent voor de toner die vervangen moet worden.
Open het kleine deksel niet met kracht. U voorkomt hiermee dat de machine beschadigd raakt.
2
Trek de tonerpatroon naar buiten.
Vermijd schokken doordat de tonercartridge bijvoorbeeld ergens tegenaan botst. Hierdoor kan de toner gaan lekken.
3
Haal de nieuwe tonercartridge uit de doos.
4
Met het witte deel van de nieuwe tonercartridge omhoog schudt u de tonercartridge ongeveer 10 keer op en neer.
Door het schudden van de tonercartridge wordt de toner gelijkmatig verdeeld.
Een foutmelding verschijnt als u de tonercartridge plaatst voordat de toner gelijkmatig verdeeld is. Volg de instructies op het scherm en voer de volgende procedure opnieuw uit.
Zorg dat het witte gedeelte van de tonercartridge niet naar omlaag wijst. Als u dit niet doet, wordt de toner mogelijk niet goed afgegeven.
5
Installeer de nieuwe tonercartridge.
Schuif de tonercartridge met het platte oppervlak omlaag zo ver mogelijk in de kleine klep.
6
Sluit de kleine klep.
De kleine klep kan pas dicht als de tonercartridge zo ver mogelijk naar binnen is geduwd. Probeer de klep niet met geweld dicht te duwen. Daardoor kan hij breken.
7
Sluit het tonerdeksel.
|
Als het afdrukken is onderbroken omdat de toner op was, wordt dit automatisch hervat wanneer u de tonercartridge terugplaatst.
Als de gradatie en densiteit van het afdrukken anders zijn na het vervangen van de tonercartridge, voer dan een aanpassing uit.
|