De postvakinstellingen opgeven

U kunt een wachtwoord en een naam voor het postvak instellen, en de tijdsperiode waarna bestanden automatisch worden verwijderd, wijzigen.
1
Druk op  (Instellingen/Registratie).
2
Druk op <Functie-instellingen>  <Opslaan/Toegang bestanden>  <Postbusinstellingen>  <Instellen/Registreren postbussen>.
3
Selecteer het gewenste postvak.
4
Geef de noodzakelijke instellingen op en druk op <OK>.
(Items op het scherm kunnen afwijken, afhankelijk van uw model en opties.)
<Registreer postbusnaam>
Voer een naam voor het postvak in.
<PIN>
Stel een wachtwoord in voor het postvak. Voer een getal van maximaal zeven cijfers in, druk op <Bevestigen>, voer hetzelfde wachtwoord in en druk vervolgens op <OK>.
Wachtwoorden met uitsluitend "0" zijn niet toegestaan.
Als u uw wachtwoord vergeet, kunt u het niet meer opvragen. Vergeet uw wachtwoord daarom niet.
<Periode tot autom. verwijderen van bestand>
Druk op <->/<+> om de tijdsperiode waarna opgeslagen bestanden automatisch worden verwijderd, te wijzigen. Bij een instelling van "0" worden bestanden niet verwijderd.
<Instel. URL TX>
Hiermee krijgt u via e-mail de locatie (URL) van het postvak waarin bestanden worden opgeslagen. Deze instelling is nuttig voor het controleren van opgeslagen bestanden vanaf het scherm van de Remote UI (UI op afstand).
<Initialiseren>
Alle instellingen terugzetten naar de waarden van de fabrieksinstellingen. Merk op dat u de instellingen niet kunt initialiseren wanneer bestanden in het postvak zijn opgeslagen.
<Afdrukken bij opslaan via printerstuurprogr.>
Geef aan of een bestand moet worden afgedrukt wanneer het is verzonden vanaf een computer en opgeslagen in het postvak.
<Periode tot autom. verwijderen van bestand> en <Afdrukken bij opslaan via printerstuurprogr.> kunnen voor alle postvakken tegelijk worden opgegeven. Raadpleeg <Periode tot autom. verwijderen van bestand> en <Afdrukken bij opslaan via printerstuurprogr.>.
7W6J-0E6