Het bedieningspaneel gebruiken
Gebruik de onderstaande toetsen om instellingen op te geven en waarden aan te passen.
De toetsen
/
Door het scherm bladeren
Aan de rechterkant van het scherm ziet u een schuifbalk als niet alle informatie op één scherm past. Als de schuifbalk wordt weergegeven, gebruikt u

/

om omhoog en omlaag te bladeren. De tekst- en achtergrondkleuren van een item worden omgekeerd wanneer u deze toetsen selecteert.
Een instelling wijzigen
Gebruik

/

om waarden in te voeren.
Tussen haakjes ( ) weergegeven waarden onder het invoervak duiden het waardebereik aan.
De toetsen
/
Volgende of vorige scherm weergeven
Druk op

om naar het volgende scherm te gaan. Druk op

om terug te gaan naar het vorige scherm.
U kunt ook naar het volgende scherm gaan door op

te drukken. Met

keert u terug naar het vorige scherm.
De cursor verplaatsen
Met behulp van

/

kunt u tekst en waarden invoeren.
Tekst invoeren
gebruiken
Druk op

om een instelling toe te passen.
(
) gebruiken
Als u na het verlaten van het instellingenmenu wilt terugkeren naar het hoofdscherm, drukt u op

(

).
Met behulp van de numerieke toetsen
Voer met de numerieke toetsen tekst en waarden in.
Tekst invoerenAfhankelijk van het scherm, kunt u de numerieke toetsen niet gebruiken. In dat geval voert u in met behulp van

/

.
|
U kunt een variëteit aan displaygerelateerde instellingen opgeven, zoals de scherminstelling en displaytaal, met behulp van <Instelmenu> in het instellingenmenu van het bedieningspaneel. Instelmenu |