Aanpassen van de temperatuur van de fixeereenheid

Afhankelijk van het papier is een geschikte temperatuur instellen voor de fixeereenheid vereist en het duurt even. Als u deze functie van tevoren instelt, kunt u voorkomen dat de productiviteit negatief wordt beïnvloed.
BELANGRIJK
Deze functie wordt alleen weergegeven als de instellingen beschikbaar zijn gemaakt door uw erkende Canon-dealer. Zelfs als deze functie wordt weergegeven, mogen de instellingen ervan alleen door de systeembeheerder worden aangepast. Neem voor meer informatie over het aanpassen van de instellingen contact op met uw Canon-dealer.
OPMERKING
Afhankelijk van het papiertype kan het aanpassen van deze functie papierstoringen veroorzaken of een slechte beeldkwaliteit.
Het wijzigen van deze functie kan effect hebben op de mate waarin het papier krult. Wijzig [<Krulcorrectieniveau>] indien nodig. (Raadpleeg "Krulcorrectie voor elke papiermagazijn".)

1.
Druk op .
2.
Druk op [Aanpassen/Onderhoud] → [Aanpassen beeldkwaliteit] → [Andere aanpassingsmodus fixeertemperatuur].
3.
Selecteer de gewenste modus.
Meer informatie over elke modus staat hieronder weergegeven.
[Prioriteit productiviteit (Auto)]:
Deze modus is de standaardinstelling.
Geschikte temperatuur voor de fixeereenheid wordt toegepast. Met deze modus krijgt productiviteit prioriteit, dus de glanskwaliteit kan enigszins anders zijn.
[Prioriteit productiviteit (Handmatig)]:
Geschikte temperatuur voor de fixeereenheid wordt ingesteld door van tevoren het meest gebruikte papiertype in te stellen.
Met de modus krijgt productiviteit prioriteit, dus de glanskwaliteit kan enigszins anders zijn. Selecteer deze modus om de productiviteit vanaf de eerste pagina al prioriteit te geven.
[Prioriteit Beeldkwaliteit (Std.glans)]:
Met deze modus krijgt beeldkwaliteit prioriteit, dus de productiviteit kan enigszins anders zijn.
[Prioriteit Beeldkwaliteit (Laagglans)]:
Dit is de modus voor vaste temperatuurwijziging waarbij beeldkwaliteit prioriteit krijgt. De glans kan enigszins anders zijn ten opzichte van de modus Prioriteit beeldkwaliteit (standaardglans).
OPMERKING
De gewijzigde instelling blijft op de machine behouden en is van invloed op latere uitvoerbewerkingen. Het wordt aanbevolen dat u naar de vorige instelling teruggaat nadat u de uitvoerbewerking met de gewijzigde instelling hebt voltooid.
4.
Wanneer [Prioriteit productiviteit (Handmatig)] is geselecteerd, wordt het meest gebruikte papiertype geselecteerd.
Dat voorkomt afname van de productiviteit voor het ingestelde papiertype.
Controleer het meest gebruikte papiertype en selecteer dat voor deze instelling.
Veelgebruikt type papier
Item
Niet-gecoat papier (60 tot 180 g/m2) en gecoat papier (80 tot 180 g/m2)
[Prior. Dun papier]
Niet-gecoat papier (60 tot 300 g/m2) en gecoat papier (106 tot 256 g/m2)
[Standaard]
Niet-gecoat papier (129 tot 400 g/m2) en gecoat papier (129 tot 256 g/m2)
[Prior. Dik papier A]
Niet-gecoat papier (129 tot 400 g/m2) en gecoat papier (129 tot 400 g/m2)
[Prior. Dik papier B]
OPMERKING
Als glans niet is toegestaan bij een bepaald papiertype wanneer [Prioriteit productiviteit (Handmatig)] is geselecteerd en het meest gebruikte papiertype is ingesteld, past u de glans op dat papier aan. (Raadpleeg "Aanpassen glans en fijn zwart".)
Als glans niet is toegestaan bij de meeste papiertypes wanneer [Prioriteit productiviteit (Handmatig)] is geselecteerd en het veelgebruikte papiertype is ingesteld, wijzig die dan naar de modus [Kwaliteit- prioriteit].
Als glans niet is toegestaan bij de meeste papiertypes na het veranderen in de modus [Kwaliteit- prioriteit], pas dan de glans aan van het specifieke papiertype dat wordt gebruikt. (Raadpleeg "Aanpassen glans en fijn zwart".)
5.
Druk op [OK].
6Y5H-0JJ