Vervangen van de tonercartridge

Wanneer de melding voor het vervangen van de tonercartridge op het aanraakscherm wordt weergegeven, drukt u op [] rechtsonder in de hoek en vervangt u de tonercartridge voor de aangegeven kleur.
Wanneer de Zwarte toner of alle tonerkleuren werkelijk op is/zijn en er geen afdrukken meer kunnen worden gemaakt, dan verschijnt een scherm met instructies hoe u de tonercartridge kunt vervangen op het touch panel display. Volg de hieronder beschreven procedure voor het vervangen van de tonercartridge.
Als u op [Sluiten] drukt, kunt u doorgaan met handelingen zoals het aangeven van instellingen en scannen van originelen, ook als u de tonercartridge niet direct vervangt.
De plaats van de tonercartridge staat aangegeven op de volgende afbeelding.
WAARSCHUWING
Verbrand geen tonercartridges en werp ze niet in open vuur. De toner in de cartridges kan namelijk vlam vatten, hetgeen brandwonden of brand tot gevolg kan hebben.
Als u per ongeluk toner knoeit of morst, veeg dan de tonerdeeltjes op of neem ze op met een zachte, vochtige doek, op een zodanige manier dat inademing ervan wordt voorkomen. Gebruik hiervoor nooit een stofzuiger die niet is beveiligd tegen stofexplosies om de geknoeide toner op te ruimen. Doet u dit wel, dan kan de stofzuiger defecten vertonen, of kan er stof ontploffen als gevolg van statische elektriciteit.
VOORZICHTIG
Bewaar toner buiten bereik van kleine kinderen.
Als toner is ingeslikt, neem dan direct contact op met een arts.
Indien u toner op uw handen of kleding krijgt, spoel dan onmiddellijk met koud water. Het wassen met warm water zal de toner doen vasthechten, waardoor het niet mogelijk is de tonervlekken te verwijderen.
BELANGRIJK
Gebruik alleen tonercartridges die voor deze machine bedoeld zijn.
Voor informatie over de ondersteunde originele toner van Canon raadpleegt u "Verbruiksmaterialen".
Vervang geen tonercartridges totdat de melding waarin u wordt gevraagd dit te doen verschijnt.
U kunt een tonercartridge vervangen terwijl de machine bezig is met afdrukken.
De kleur van de te vervangen toner wordt aangegeven op het aanraakscherm. Als er meerdere tonercartridges vervangen moeten worden, vervang ze dan in de volgende volgorde: Zwart, Geel, Magenta, Cyaan.
Als u doorgaat met kopiëren of afdrukken in zwart/wit nadat de cyaan, magenta of gele toner op is, dient u de lege tonercartridges niet uit de machine te verwijderen.
U kunt een foutmelding laten weergeven die de gebruiker informeert dat de resterende toner bijna op is. Raadpleeg "Weergeven van de foutmelding Resterende toner". voor informatie over het weergeven van de foutmelding voor resterende toner. Raadpleeg " Verwijderen van foutmelding resterende toner". voor informatie over het wissen van de foutmelding voor resterende toner
OPMERKING
Complete instructies met betrekking tot het vervangen van de tonercartridge kunnen worden opgeroepen door op het aanraakscherm op [Vorige] of [Volgende] te drukken.
Indien de toner tijdens een afdrukopdracht opraakt, worden de resterende afdrukken gemaakt nadat de tonercartridge is vervangen.
Indien er nog wel zwarte toner aanwezig is, dan kunt u doorgaan met kopiëren en afdrukken in zwart/wit. Indien een opdracht echter wordt onderbroken omdat de cyaan, magenta of gele toner op is, is het kopiëren en afdrukken in zwart/wit alleen mogelijk voor andere functies dan de functie van de onderbroken opdracht.
Als de afgedrukte kleuren na het vervangen van tonercartridges afwijken van de kleuren zoals die werden afgedrukt voordat u de tonercartridges verving, voert u [Autom. gradatie- aanpassing] uit in [Aanpassen/Onderhoud] (Instellingen/Registratie). (Raadpleeg "Automatische gradatie aanpassen".)

1.
Druk op [].
OPMERKING
Indien de Zwarte toner of alle andere tonerkleuren opraken, is deze stap niet nodig.
2.
Open het buitenste tonerdeksel.
BELANGRIJK
Bevestig de tonercartridge vanaf links in de volgorde geel, magenta, cyaan en zwart.
3.
Druk op de Openen knop van de tonercartridge die u wilt vervangen en open vervolgens het binnenste tonerdeksel.
 
4.
Verwijder de tonercartridge.
Trek de tonercartridge half naar buiten en verwijder de cartridge vervolgens terwijl u deze met uw andere hand ondersteunt en recht houdt.
WAARSCHUWING
Verbrand geen tonercartridges en werp ze niet in open vuur. De resterende toner in de cartridges kan vlam vatten, hetgeen brandwonden of brand tot gevolg kan hebben.
VOORZICHTIG
Raak de bovenzijde van de cartridge niet aan en stoot de cartridge nergens tegen aan. Doet u dit wel, dan kan de tonercartridge gaan lekken.
5.
Haal de nieuwe tonercartridge uit de doos.
6.
Draai het oranje beschermkapje van de nieuwe tonercartridge in de richting van de pijl (linksom) om het te verwijderen.
7.
Duw de nieuwe tonercartridge zo ver mogelijk in de machine.
Ondersteun de nieuwe tonercartridge met één hand, terwijl u de cartridge met uw andere hand in de machine duwt.
BELANGRIJK
Wanneer u de tonercartridges vervangt, dient u te zorgen dat de kleur van de tonercartridge overeenkomt met de kleur van de tonerbijvulopening. Als de kleur anders is, zal de tonercartridge niet in de opening passen.
8.
Sluit het binnenste tonerdeksel.
9.
Sluit het buitenste tonerdeksel.
 
VOORZICHTIG
Zorg bij het sluiten van het tonerdeksel dat uw vingers niet beklemd raken. U voorkomt hiermee persoonlijk letsel.
6Y5H-0L6