BELANGRIJK |
Deze functie wordt alleen weergegeven als de instellingen beschikbaar zijn gemaakt door uw erkende Canon-dealer. Zelfs als deze functie wordt weergegeven, mogen de instellingen ervan alleen door de systeembeheerder worden aangepast. Neem voor meer informatie over het aanpassen van de instellingen contact op met uw Canon-dealer. Deze functie wordt alleen ingeschakeld wanneer [Corrigeer achterrand tonertoepass.] in [Aanpassen/Onderhoud] is ingesteld op [Aan]. (Raadpleeg "Tonercorrectie van de achterrand uitschakelen".) |
.[Correctieniveau]: | Druk op [-] om de waarde te verlagen als afbeeldingen met hoge densiteit aan de onderrand van het papier vaag zijn, of druk op [+] om de waarde te verhogen als er witte vlekken op de onderrand van de afbeeldingen verschijnen. |
[Correctie hoeveelh.]: | Afhankelijk van het type papier en de mate van papierkrullen kan de grootte van het gedeelte aan de onderzijde van het papier waar witte plekken verschijnen variëren. U kunt deze functie gebruiken voor het aanpassen van de startpositie om het gedeelte te corrigeren. |
OPMERKING |
Als de witte plekken na het aanpassen van de waarde niet zijn verdwenen, kunt u proberen om de secundaire overdrachtsspanning te verlagen. Dit kan echter weer nadelige gevolgen hebben voor de kwaliteit van de afdruk. Controleer het resultaat van de uitvoer terwijl u de waarde voor de secundaire overdrachtsspanning aanpast. |