Een proxy instellen

Een proxy (of HTTP-proxyserver) is een computer of software die HTTP-communicatie uitvoert voor andere apparaten, vooral bij communicatie met bronnen buiten het netwerk, zoals bij het bladeren door websites. De cliëntapparaten maken verbinding met het externe netwerk via de proxyserver en communiceren niet direct met de externe bronnen. Het instellen van een proxy vergemakkelijkt niet alleen het beheer van verkeer tussen interne en externe netwerken, maar blokkeert ook ongeoorloofde toegang en consolideert anti-virusbeveiliging voor verbeterde beveiliging. Beheerders- of netwerkbeheerdersrechten zijn vereist om deze instellingen te configureren.

1
Druk op  (Inst./Registrern).
2
Druk op <Voorkeuren>  <Netwerk>  <TCP/IP instellingen>  <Proxy instellingen>.
3
Stel <Gebruik Proxy> in op <Aan>, configureer de noodzakelijke instellingen en druk op <OK>.
<Serveradres>
Voer het adres van de proxyserver die u wilt gebruiken, in. Geef het IP-adres op of de hostnaam, afhankelijk van uw omgeving.
<Poortnummer>
Voer het poortnummer van de proxyserver die u wilt gebruiken, in.
<Gebruik Proxy binnen zelfde domein>
Selecteer <Aan> als u de proxyserver ook wilt gebruiken bij communicatie met apparaten in hetzelfde domein.
Deze instelling wordt alleen weergegeven voor het proxyinstellingenscherm van de hoofdlijn.
<Stel authentificatie in>
Om de functie voor verificatie met proxyserver te gebruiken, drukt u hierop en configureert u de verificatiegegevens. Druk in het scherm dat wordt weergegeven, op <Aan>, voer gebruikersnaam en wachtwoord in die u wilt gebruiken voor verificatie met proxy en druk op <OK>.
4
Druk op  (Inst./Registrern)   (Inst./Registrern) <Gew. inst. toep.>  <Ja>.
7J2C-093