Opslagapparaatgegevens beheren

Gegevens zoals bestanden in de Geavanceerde ruimte of de postvak, adresboekgegevens, bestaande opdrachtgegevens en gegevens over wachtwoorden, worden opgeslagen op het opslagapparaat van de machine. De machine versleutelt deze gegevens zodat ze niet kunnen worden gelezen door onbevoegde gebruikers. De machine is ook voorzien van de Canon MFP Security Chip, die voldoet aan de veiligheidsnorm FIPS 140-2 niveau 2 die door de Amerikaanse overheid is vastgesteld. De Canon MFP Security Chip is gecertificeerd als een cryptografiemodule die is gebaseerd op het Cryptographic Module Validation Program (CMVP) dat is opgezet in de VS en Canada, en op het Japan Cryptographic Module Validation Program (JCMVP). De certificering voor de Canon MFP Security Chip garandeert dat de resultaten van de gestandaardiseerde test aantonen dat het onderwerp van de test voldoet aan de voorgeschreven normen.
De TPM-instelling kan ook worden gebruikt om de in het geheugen beheerde wachtwoord- en certificaatgegevens te versleutelen.
Met versleuteling van opslagapparaatgegevens op de machine kunt u gegevens waarschijnlijk niet tegen alle onbevoegde bewerkingen beschermen. Wees zorgvuldig bij het beheren van gegevens.
Versleutelde gegevens kunnen niet worden gelezen, zelfs niet als u het opslagapparaat verwijdert en die in een andere multifunctionele Canon-printer installeert.
Deze machine genereert met een NIST SP 800-90A-methode voor het genereren van willekeurige nummers coderingssleutels van 256-bit. Voor versleuteling maakt de machine gebruik van een AES-algoritme conform FIPS PUB 197.
8CE8-0K8