Afdrukinstellingen e-mail configureren
0YRY-017 0UUY-00Y 0UW1-00Y 1100-017 0X7F-017 0X7H-017 10XJ-017 0X6E-017 0X6W-017 1106-017 0X7C-017 0X7A-017 10YY-017 0WXY-017 0X7E-017 10H3-017 0WR6-017 0WR7-017 108A-017 1116-017 10H4-017 0WR5-017 0WR8-017 0YWJ-016 0YWH-017 0YWR-016 0YWK-017 0YWE-017 0YWF-017 0YAS-017 PMW-STCM
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de instellingen voor het ontvangen en afdrukken van e-mails op deze machine kunt opgeven. Gebruik een computer om de instellingen op te geven voor het ontvangen van e-mails en het bedieningspaneel van de machine om de instellingen op te geven voor het afdrukken van e-mails. Er zijn beheerdersrechten vereist om deze instellingen te configureren.
1
Start de UI op afstand. De Remote UI (UI op afstand) starten
2
Klik op [Instellingen/Registratie] op de portaalpagina. Remote UI (UI op afstand)-scherm
3
Klik op [Verzenden] 
[Netwerkinstellingen: e-mail-instellingen].
[Netwerkinstellingen: e-mail-instellingen].4
Geef de afdrukinstellingen voor e-mail op.
Bij het uitvoeren van het afdrukken van e-mail gebruikmakende van het SMTP-protocol
Als e-mails via SMTP naar de machine worden verzonden, drukt de machine de e-mails onmiddellijk na ontvangst af. Schakel deze functie in als u faxdocumenten van multifunctionele printers van Canon wilt doorsturen naar deze machine en ze op de machine wilt afdrukken.
[SMTP RX]
Selecteer het selectievakje om e-mail af te drukken met behulp van het SMTP-protocol.
Selecteer het selectievakje om e-mail af te drukken met behulp van het SMTP-protocol.
Bij het afdrukken van e-mail vanaf een POP-mailserver
Wanneer de e-mailontvangst start, worden alle e-mails afgedrukt die in de mailbox van de mailserver zijn opgeslagen. Als u e-mails die u wilt afdrukken van tevoren naar het apparaat stuurt, kunt u de e-mails automatisch op regelmatige tijdstippen afdrukken of alle opgeslagen e-mails op een willekeurig tijdstip afdrukken.
Wij raden aan het e-mailadres uitsluitend te gebruiken voor het afdrukken van e-mail, omdat alle e-mails die op de machine worden ontvangen, van de e-mailserver worden verwijderd.
Gebruiksvoorwaarden POP-protocol
De POP-mailserver moet de UIDL-opdracht ondersteunen. Neem contact op met uw netwerkbeheerder of serverbeheerder voor meer informatie.
[POP IN]
Selecteer het selectievakje om e-mail afdrukken vanaf de POP-mailserver in te schakelen. U kunt deze instelling ook opgeven met <Gebr. POP RX> in het instellingenmenu van het bedieningspaneel.
Selecteer het selectievakje om e-mail afdrukken vanaf de POP-mailserver in te schakelen. U kunt deze instelling ook opgeven met <Gebr. POP RX> in het instellingenmenu van het bedieningspaneel.
[POP-server]
Voer de naam van de mailserver of het IP-adres in voor het ontvangen van e-mails.
Voer de naam van de mailserver of het IP-adres in voor het ontvangen van e-mails.
[POP-loginnaam]
Voer maximaal 32 alfanumerieke tekens in voor de gebruikersnaam die wordt gebruikt om verbinding te maken met de mailserver.
Voer maximaal 32 alfanumerieke tekens in voor de gebruikersnaam die wordt gebruikt om verbinding te maken met de mailserver.
[POP-wachtwoord]/[Bevestigen]
Wanneer u een wachtwoord instelt om verbinding te maken met de mailserver, voer dan hetzelfde wachtwoord in bij [POP-wachtwoord] en [Bevestigen], gebruikmakende van maximaal 32 alfanumerieke tekens.
Wanneer u een wachtwoord instelt om verbinding te maken met de mailserver, voer dan hetzelfde wachtwoord in bij [POP-wachtwoord] en [Bevestigen], gebruikmakende van maximaal 32 alfanumerieke tekens.
[POP-interval]
Specificeer de interval voor de automatische verbinding met de mailserver in minuten. Nieuwe e-mails in de mailbox van de mailserver worden automatisch ontvangen en afgedrukt op de opgegeven tijdsintervallen. U kunt deze instelling ook opgeven met <POP-interval> in het instellingenmenu van het bedieningspaneel.
Specificeer de interval voor de automatische verbinding met de mailserver in minuten. Nieuwe e-mails in de mailbox van de mailserver worden automatisch ontvangen en afgedrukt op de opgegeven tijdsintervallen. U kunt deze instelling ook opgeven met <POP-interval> in het instellingenmenu van het bedieningspaneel.
Voorkomen dat e-mails automatisch worden ontvangen
Stel [POP-interval] in op [0]. Als u [0] instelt, moet u handmatig e-mails ontvangen.
[POP IN]
Specificeer het poortnummer van de mailserver die e-mails ontvangt.
Specificeer het poortnummer van de mailserver die e-mails ontvangt.
Instellen authenticatie en encryptie
[TLS (POP) toestaan]
Selecteer het selectievakje om de communicatie met de POP-server met TLS te versleutelen.
Selecteer het selectievakje om de communicatie met de POP-server met TLS te versleutelen.
[POP-verificatiemethode]
Stel de verificatiemethode van de POP-server in. Selecteer [APOP] om het wachtwoord te coderen bij het uitvoeren van de authenticatie of [POP AUTH] om de gebruikersauthenticatie uit te voeren via e-mailontvangst (POP).
Stel de verificatiemethode van de POP-server in. Selecteer [APOP] om het wachtwoord te coderen bij het uitvoeren van de authenticatie of [POP AUTH] om de gebruikersauthenticatie uit te voeren via e-mailontvangst (POP).
[Bevestig TLS-certificaat voor POP IN]
Selecteer het selectievakje om te bevestigen of het TLS-servercertificaat geldig is bij ontvangst met POP. De machine controleert of het certificaat niet is verlopen of ingetrokken en controleert de certificaatketen op problemen.
Selecteer het selectievakje om te bevestigen of het TLS-servercertificaat geldig is bij ontvangst met POP. De machine controleert of het certificaat niet is verlopen of ingetrokken en controleert de certificaatketen op problemen.
[Voeg CN toe aan verificatie-items]
Schakel het selectievakje in om ook de CN (Common Name) te controleren bij het controleren van het certificaat dat voor POP-ontvangst wordt gebruikt.
Schakel het selectievakje in om ook de CN (Common Name) te controleren bij het controleren van het certificaat dat voor POP-ontvangst wordt gebruikt.
[TLS (SMTP IN) toestaan]
Selecteer [Altijd TLS] of [Aan] om de communicatie te versleutelen met TLS bij het ontvangen van e-mail of I-fax met behulp van de SMTP-serverfunctie.
Selecteer [Altijd TLS] of [Aan] om de communicatie te versleutelen met TLS bij het ontvangen van e-mail of I-fax met behulp van de SMTP-serverfunctie.
5
Klik op [OK].