<Externe interface>
Alle instellingen voor de USB verschijnen in een lijst met korte toelichting. Standaardinstellingen worden aangegeven met een dolksymbool (

).
<USB-instellingen>
Geef op of het gebruik van de USB-poort of een USB-geheugenapparaat moet worden in- of uitgeschakeld.
<Gebruik als USB-apparaat>
Hiermee kunt u de USB-poort in- of uitschakelen waarmee de machine kan worden verbonden met een computer.
Beperkingen instellen voor de USB-verbinding met een computer<Uit> <Aan>  |
<Gebruik USB-opslagapparaat>
Geef op of een USB-geheugenapparaat moet worden gebruikt.
<Uit> <Aan>  |
<Menu>

<Voorkeuren>

<Externe interface>

<USB-instellingen>

Selecteer <Uit> of <Aan> in <Gebruik USB-opslagapparaat>

<Toepassen>

<OK>

Start het apparaat opnieuw op