
op het bedieningspaneel te drukken.
![]() |
Wanneer de slaapmodus is ingeschakeldHet lampje brandt groen als de slaapstand actief is.Situaties waarin de slaapstand niet wordt geactiveerdHet apparaat gaat in de volgende situaties niet naar de slaapstand: Wanneer het apparaat bezig is Wanneer het Data-lampje brandt of knippert Wanneer het apparaat een bewerking uitvoert zoals aanpassen of reinigen In het geval van een papierstoring Wanneer het menuscherm wordt weergegeven Wanneer er een foutbericht wordt weergegeven op het scherm (er zijn enkele uitzonderingen: bij bepaalde foutberichten wordt de slaapstand wel geactiveerd). Als het SSID/netwerksleutel-scherm voor Directe verbinding wordt weergegeven Als instellingen worden geïmporteerd of geëxporteerd Als de situatie die verhindert dat het apparaat naar de slaapstand gaat, aanwezig blijft, verricht het apparaat een automatische aanpassing (automatische kalibratie) om de afdrukkwaliteit op peil te houden. Bij kalibratie wordt toner verbruikt en daarom kan de levensduur van de tonercartridges afnemen. |
<Voorkeuren>
<Timer-/energie-instellingen>
<Automatische sluimertijd>
Stel de tijd in die verstrijkt voordat het apparaat automatisch overgaat naar de slaapstand

<Voorkeuren>
<Timer-/energie-instellingen>
Selecteer <Automatische dagelijkse slaaptimer> of <Instellingen afsluiting sluimermodus>
<Aan>
Voer de tijd in

of een andere toets op het bedieningspaneel indrukken om de slaapstand te verlaten.