Scherm [Start]

Het scherm verschijnt als u op [] op het bedieningspaneel drukt.
De status van het apparaat en de inloggegevens worden constant weergegeven aan zowel boven- als onderzijde van het scherm, om ze te raadplegen en voor bewerkingen, indien nodig.
De functie en instelknoppen verschijnen op verschillende tabbladen in het midden van het scherm. Selecteer een tabblad of veeg het scherm naar links of rechts als u een andere functie en instelknoppen wilt weergeven. Druk op deze knoppen om functies te activeren of andere instellingen te kiezen.
U kunt knoppen verplaatsen of tabbladen een andere naam geven. De weergave-volgorde van de knoppen veranderen en de tabbladen een andere naam geven (Externe UI)
* Standaard verschijnen de tabbladen [Algemeen] tot en met [Aangepast 6].

Status van het apparaat en inloggegevens

[]
Laat zien hoeveel toner er nog in de tonercartridges zit.
[Contr. tellerstand]
U kunt het totaal aantal in kleur en in zwart-wit afgedrukte pagina's controleren. Het aantal afgedrukte pagina's controleren (Controleer tellerstand)
[Afmelden]
Dit verschijnt als de gebruiker heeft ingelogd. Als u de bewerkingen op het apparaat heeft afgerond, kunt u hierop drukken om uit te loggen. Aanmelden bij het apparaat
[]
Toont de naam van de ingelogde gebruiker of het Afdelings-id.
[] / []
Bij verbinding met een bedraad LAN verschijnt []. Bij verbinding met een draadloos LAN verschijnt [].
Als u het apparaat op het netwerk wilt aansluiten en u drukt op dit pictogram, kunt u pendelen tussen aansluiting met bedraad of met draadloos LAN. Bedraad of draadloos LAN kiezen
[Statusmonitor]
U kunt de informatie van het apparaat, gebruik en logboeken, netwerkinstellingen, en foutinformatie controleren. Scherm [Statusmonitor]

Functie en instelknoppen

 
 
[Geheugenmedia afdruk]
Drukt bestanden vanaf een USB-geheugenapparaat af. Afdrukken vanaf een USB-geheugenapparaat (afdrukken via geheugenmedia)
 
 
 
[Beveiligde afdruk]
Drukt gegevens af die tijdelijk zijn opgeslagen in het geheugen van het apparaat. Een document afdrukken dat is beveiligd met een pincode (Beveiligd Afdrukken)
 
 
 
[Menu]
Controleer de verschillende instellingen van het apparaat. Onderdelen van het Menu Instellingen
 
 
 
[Papierinstell.]
Stel in welk formaat en type papier moet worden gebruikt, en registreer veelgebruikt papier. Papierformaat en -soort opgeven
 
 
 
[Mobiele portal]
Sluit mobiele toestellen aan op het apparaat. Een mobiel apparaat met het apparaat verbinden
 
 
 
[Instellingen startscherm]
Voeg sneltoetsen toe aan het scherm [Start], en kies een andere weergave-volgorde voor de knoppen. Het scherm [Start] aanpassen
 
 
 
[Update firmware]
De firmware bijwerken via het internet. De Firmware updaten
 
 
 
[Instellingen draadloos LAN]
Verbindt een computer met het apparaat via een draadloze LAN-router (toegangspunt). Verbinding maken met een draadloos LAN door naar een router te zoeken (Installatiemethode voor toegangspunt)
 
 
 
[uniFLOW Online Setup]
Installeert toepassingen voor uniFLOW Online en uniFLOW Online Express.
Voor meer informatie over uniFLOW Online en uniFLOW Online Express raadpleegt u de Canon website.
https://global.canon/ 
 
 
 
[Controle- service]
Verricht bewerkingen die te maken hebben met de bewakingsserver. Als u deze service wilt gebruiken, moet het apparaat zijn verbonden met een server die de service biedt.
 
Naast bovenstaande functie en instelknoppen geeft dit scherm ook knoppen voor de Toepassingenbibliotheek weer.
Met behulp van de toepassingenbibliotheek kunt u bewerkingen starten door ze aan te tikken.
Als u deze functie wilt gebruiken, moet u op [Application Library] op de portaalpagina van Externe UI klikken, en de toepassing kiezen. Portal-pagina van Externe UI
Voor meer informatie raadpleegt u de handleiding van de toepassingenbibliotheek op de website met handleidingen.
https://oip.manual.canon/
8S1Y-027