Het ontvangen en afdrukken van I-faxen voorbereiden
Kies de informatie van de e-mailserver die u wilt gebruiken om gegevens via I-fax (Internet Fax) te ontvangen en af te drukken. U kunt ook instellingen kiezen voor APOP-verificatie en gecodeerde communicatie.
In deze sectie leert u hoe u met Externe UI vanaf een computer de instellingen kiest. U kunt de instellingen niet kiezen met behulp van het bedieningspaneel.
Beheerdersrechten zijn vereist. U moet het apparaat opnieuw opstarten om de instellingen toe te passen.
Het poortnummer van de e-mailserver (POP3 server) moet 110 zijn. Indien nodig, aanpassen. Het poortnummer veranderen
Beheerdersrechten zijn vereist. U moet het apparaat opnieuw opstarten om de instellingen toe te passen.
Het poortnummer van de e-mailserver (POP3 server) moet 110 zijn. Indien nodig, aanpassen. Het poortnummer veranderen
Vereiste voorbereidingen |
Verbind de computer die u gebruikt om de instellingen te configureren, via een netwerk met het apparaat. Bereid de volgende informatie voor en houd deze informatie bij de hand. IP-adres van het apparaat De netwerkstatus en instellingen controleren Instel-informatie van de e-mailserver (POP3-servernaam, gebruikersnaam en wachtwoord voor verificatie, versleutelde communicatie-instelling) * Voor meer informatie over de instel-informatie neemt u contact op met uw provider of netwerkbeheerder. Bij sommige gebruiksomgevingen kunt u ook de informatie in de e-mailsoftware van de computer raadplegen. |
1
Meld u in de systeembeheerdersmodus aan bij de Externe UI.Externe UI starten
2
Klik op de Portal-pagina van de Externe UI op [Instellingen/registratie]. Portal-pagina van Externe UI
3
Klik op [Netwerkinstellingen] 
[E-mailinstellingen] [Bewerken].
[E-mailinstellingen] [Bewerken].Het scherm [E-mailinstellingen bewerken] verschijnt.
4
Voer de basisinstellingen van de e-mailserver in.
[POP-server]
Voer de naam in van de POP3-server (hostnaam of IP-adres). Gebruik single-byte alfanumerieke tekens.
Invoervoorbeeld: Hostnaam
pop.example.com
pop.example.com
[Gebruikersnaam]
Voer de gebruikersnaam in voor het verifiëren van de POP3-server. Gebruik single-byte alfanumerieke tekens.
[Wachtwoord instellen/wijzigen]
Om het wachtwoord in te stellen bij het verifiëren van de POP3-server, selecteert u dit selectievakje en voert u het wachtwoord in. Gebruik single-byte alfanumerieke tekens.
[POP RX]
Activeer dit selectievakje.
[POP-interval]
Voer het interval in waarna automatische verbinding met de POP3-server plaatsvindt om I-Faxen te ontvangen.
Als u niet automatisch I-Faxen wilt ontvangen, voer dan [0] in. In dit geval moet u I-faxen handmatig ontvangen.
Als u niet automatisch I-Faxen wilt ontvangen, voer dan [0] in. In dit geval moet u I-faxen handmatig ontvangen.
5
Selecteer de APOP verificatie- en codeerinstellingen, in overeenstemming met uw gebruiksomgeving.
APOP verificatie om wachtwoord bij verificatie te versleutelen
Selecteer het selectievakje [Gebruik APOP-authenticatie].
Communicatie versleutelen met de POP3 server
Selecteer het selectievakje [Gebruik TLS voor POP].
6
Klik op [OK].
Als u op [POP-verbinding controleren] klikt, kunt u de verbinding met de POP3-server controleren met behulp van de huidige instellingen.
7
Start het apparaat opnieuw op. Start het apparaat opnieuw op
De instellingen worden toegepast.