|
Een persoonlijke map is een map die wordt gedeeld door de volgende schermen.
<Scannen en verzenden>
<Netwerk> in <Scannen en opslaan>
<Netwerk> in <Toegang opgeslagen bestanden>
|
|
Indien u de Home-map instelt op de WebDAV-server, moeten de mappen voor alle gebruikers vooraf worden voorbereid.
|
1
|
Druk op <Startmap> <Instellen>.
|
2
|
Geef de startmap op en druk op <OK>.
<Protocol>
Selecteer het protocol dat u wilt gebruiken voor toegang tot persoonlijke mappen.
<Hostnaam>
Voer de hostnaam of het IP-adres in van de computer waarop u de startmap wilt aanmaken.
<Mappad>
Voer het mappad voor de startmap in. Voer, bijvoorbeeld, "gebruikers\openbaar\delen" in voor een startmap die u aanmaakt in een submap met de naam "delen" in de "openbare" map op de C-schijf (pad: "C:\gebruikers\openbaar\delen").
Misschien kunt u het pad niet opgeven als er te veel mapniveaus zijn.
|
3
|
Selecteer de verificatiegegevens die u wilt gebruiken, en druk op <OK>.
Om een aparte gebruikersnaam en wachtwoord te gebruiken voor de persoonlijke map, drukt u op <Gebruik verif. gegev. elke. gebr.> om een vinkje toe te voegen. Haal het vinkje weg om dezelfde gebruikersnaam en hetzelfde wachtwoord die bij aanmelding zijn ingevoerd, te gebruiken. Als er bij deze instelling een vinkje staat, moeten gebruikersnaam en wachtwoord voor elke gebruiker worden geregistreerd.
Een map wordt aangemaakt in een thuismap met de volgende namen.
Als een vinkje is toegevoegd aan <Gebruik verif. gegev. elke. gebr.>: de door een gebruiker opgegeven gebruikersnaam
Als er geen vinkje is toegevoegd aan <Gebruik verif. gegev. elke. gebr.>: de gebruikersnaam die wordt gebruikt om in te loggen
|
1
|
Druk op <Loginserver gebruiken>.
|
2
|
Selecteer de verificatiegegevens die u wilt gebruiken, en druk op <OK>.
Om een aparte gebruikersnaam en wachtwoord te gebruiken voor de persoonlijke map, drukt u op <Gebruik verif. gegev. elke. gebr.> om een vinkje toe te voegen. Haal het vinkje weg om dezelfde gebruikersnaam en hetzelfde wachtwoord die bij aanmelding zijn ingevoerd, te gebruiken. Als er bij deze instelling een vinkje staat, moeten gebruikersnaam en wachtwoord voor elke gebruiker worden geregistreerd.
De verificatiegegevens die nodig zijn voor toegang tot een persoonlijke map (gebruikersnaam en wachtwoord) kan niet uit de Active Directory worden opgehaald. Als <Gebruik verif. gegev. elke. gebr.> is geselecteerd, worden de gebruikersnaam en het wachtwoord om in te loggen op de machine met toetsenbordverificatie, geregistreerd als verificatiegegevens voor toegang tot een persoonlijke map.
U dient de aanmeldingsservice te gebruiken die deze functie ondersteunt. Neem voor meer informatie contact op met uw dealer of verkoper.
Als u gebruikersverificatie gebruikt, configureert u een map in "homeDir", een gebruikersattribuut in de Active Directory, met behulp van de indeling "\\hostnaam\map naar pad".
|
|
Een persoonlijke map en verificatiegegevens voor elke gebruiker registrerenAls <Specificatiemethode persoonlijke map> is ingesteld op <Registreren voor elke gebruiker> registreert u een van de volgende als de persoonlijke map voor elke gebruiker. De geregistreerde instellingen zijn hetzelfde en dezelfde persoonlijke map is geregistreerd, ongeacht waar de instelling is geconfigureerd.
<Scannen en verzenden> <Gegevens voor elke gebr. registreren/bewerken> <Persoonlijke map>
<Scannen en opslaan> <Netwerk> <Gegevens voor elke gebr. registreren/bewerken> <Persoonlijke map>
<Toegang opgeslagen bestanden> <Netwerk> <Gegevens voor elke gebr. registreren/bewerken> <Persoonlijke map>
|