In dit deel wordt beschreven hoe u een netwerkverbinding tot stand brengt met een LAN-kabel en de netwerkinstellingen op het bedieningspaneel. Voor meer informatie over de netwerkinstellingen raadpleegt u de handleiding van de "imagePRESS Server." Voor veilig gebruikAls u de machine aansluit op een netwerk zonder de juiste veiligheidsmaatregelen, loopt u het risico dat derden onbevoegde toegang krijgen op de machine. Stel netwerkbeveiliging in om belangrijke gegevens en informatie veilig te stellen. De netwerkbeveiligingsinstellingen configureren |
Eerst controleren. Zijn de machine en de "imagePRESS Server" juist aangesloten? Zie voor meer informatie de instructiehandleiding van de "imagePRESS Server" en Verbinding maken met een bedraad LAN. Is de installatie van het "imagePRESS Server" netwerk voltooid? Als de installatie niet is voltooid, kunt u het apparaat zelfs niet na afronding van de volgende stappen in het netwerk gebruiken. Afhankelijk van uw omgeving moet u de instellingen van het netwerkcommunicatiesysteem (half-duplex/full-duplex) en het Ethernet-type (1000BASE-T/100BASE-TX/10BASE-T) misschien wijzigen. Neem voor meer informatie contact op met de netwerkbeheerder. | ||||
Schakel de netwerkinstellingen van de machine in. | ||||
Sluit de machine aan op een router. Is de connector van de LAN-kabel er op de juiste plek goed in gestoken? Steek de connector erin tot die vastklikt. Voor een verbinding met draadloos LAN controleert u de verbinding tussen de machine en de router. | ||||
Controleer of de goede verbinding is voltooid. Start de Remote UI (UI op afstand) van een computer (De Remote UI (UI op afstand) starten). Als het scherm van de Remote UI (UI op afstand) wordt weergegeven, is de verbinding tot stand gebracht. |
Als <Energieverbruik in Sluimermodus> is ingesteld op <Laag>Afhankelijk van de hulpprogramma's kan de communicatie mislukken als de machine in de sluimermodus staat. Haal de machine uit de sluimermodus komen voordat u de netwerkomgeving instelt. De sluimermodus inschakelen |