Gebruik en logboeken controleren met Externe UI
Vanaf Statusmonitor/annuleren in Externe UI kunt u status en logboeken van een functie, bedieningsstatus van het apparaat, en foutinformatie controleren.
1
Log in op Externe UI.
Externe UI starten2
Klik op de Portal-pagina van de Externe UI op [Statusmonitor/annuleren].
Portal-pagina van Externe UI3
Selecteer een item om status of logboek te bekijken.
[Afdrukken]
[Opdrachtstatus]
Toont de status (afdrukken of wachten) van afdrukgegevens.
Als u inlogde met de beheerdersmodus, toont dit de afdrukstatus voor alle taken.
Als u bij het inloggen met modus Algemene gebruiker uw gebruikersnaam invoerde bij [Gebruikersnaam], is uitsluitend de afdruktaakstatus voor die gebruiker zichtbaar.
Klik op [Opdrachtnummer] voor pauzerende afdrukken om printdetails weer te geven en de gebruikersnaam en aantal afgedrukte vellen te bekijken.
Klik op [Annuleren] in [Opdrachthandeling] om de afdrukgegevens te verwijderen voor taken die worden afgedrukt of in de wachtrij staan.
[Opdrachtlog]
Toont het logboek voor afdrukken.
[TX]
[Opdrachtlog]
Toont het verzendlogboek voor fax- en scantaken.
[RX]
[Opdrachtstatus]
Toont het logboek voor ontvangststatus voor faxtaken.
Als Voorbeeld in Geheugenvergrendeling is ingeschakeld, kunt u de faxdetails bekijken en de fax afdrukken, als u bent ingelogd in de modus Systeembeheerder.
Ontvangen documenten in het apparaat opslaan (geheugenvergrendeling) (Model aanraakscherm)[Opdrachtlog]
Toont het ontvangsttaak-logboek voor fax.
[Doorzenden]
[Fouten met doorzenden]
Toont informatie van de gegevens die worden doorgestuurd en eindigen met een fout.
Met Voorbeeld in Geheugenvergrendeling ingeschakeld, kunt u de volgende activiteiten verrichten, als u bent ingelogd in de modus Systeembeheerder.
Ontvangen documenten in het apparaat opslaan (geheugenvergrendeling) (Model aanraakscherm)Klik op [Opdrachtnummer] om details en een voorbeeld van de door te sturen gegevens te bekijken.
Klik op [Verwijderen] om de door te sturen gegevens te verwijderen.
* Als gegevens niet kunnen worden doorgestuurd maar in het geheugen blijven, kunnen ze worden afgedrukt.
Faxen controleren die niet konden worden doorgestuurd[Foutgegevens]
Toont informatie van fouten die op het apparaat optreden.
* U kunt dezelfde informatie bekijken door op de link te klikken die wordt weergegeven in [Foutgegevens] op de Portal-pagina.
[Verbruiksartikelen]
Toont het papierformaat en -type van iedere papierbron en de naam van de tonercartridge.
* U kunt dezelfde informatie bekijken door op [Details verbruiksartikelen controleren] op de Portal-pagina te klikken.
[Apparaatfuncties]
Toont de specificaties van het apparaat en de status van als optie verkrijgbare apparatuur.
[Apparaatinformatie]
Toont informatie van het apparaat, zoals productnaam en serienummer, maar ook firmwareversie en informatie over de systeembeheerder.
[Apparaatnaam] en [Locatie] toon de informatie die is ingesteld in [Instellingen/registratie]

[Apparaatbeheer]

[Instellingen Apparaatinformatie].
[Systeembeheerderinformatie] toont de informatie die is ingesteld in [Instellingen/registratie]

[Gebruikersbeheer]

[Systeembeheerderinformatie].
[Controleer tellerstand]
Toont het totaalaantal pagina's dat tot op heden is gekopieerd en afgedrukt.
Het aantal afgedrukte pagina's controleren (Controleer tellerstand)[Cartridgelog]
Toont een gebruiksregistratie in de tonercartridge.
[Eco-informatie]
Toont het gemiddelde aantal afgegeven vellen en gemiddelde stroomverbruik per maand.
U kunt de instellingen van de volgende items in [Status apparaatinstellingen] wijzigen om papier en stroom te besparen.
[N op 1 in Kopieerinstellingen]
[2-zijdig in Kopieerinstellingen]
4
Na het bekijken van de teller logt u uit van Externe UI.