Vereiste voorbereidingen |
Bereid sleutel en certificaat voor die u wilt gebruiken voor communicatie met TLS-versleuteling. Sleutel en certificaat beheren en verifiëren |
1 | Klik in [Instellingen sleutel en certificaat] op [Sleutel en certificaat]. Het scherm [Instellingen sleutel en certificaat] verschijnt. |
2 | Klik rechts naast te gebruiken sleutel en certificaat op [Registreer standaardsleutel]. Als u op de sleutelnaam klikt (of op het certificaatpictogram), verschijnen de certificaatdetails. Op het scherm voor certificaatdetails klikt u op [Certificaat verifiëren] om te verifiëren dat het certificaat geldig is. |
1 | Klik op [TLS-details] ![]() Het scherm [TLS-details bewerken] verschijnt. |
2 | Stel bruikbare versie en algoritme in en klik op [OK]. Sommige combinaties van versies en algoritmen kunnen niet worden gebruikt. Voor de ondersteunde combinaties van versies en algoritmen raadpleegt u de TLS-specificaties. TLS [Toegestane versies] Geef de maximum- en minimumversies van TLS op. [Algoritme-instellingen] Selecteer het selectievakje van het algoritme dat u wilt gebruiken voor TLS. |
1 | Klik op [Licentie/overig] ![]() ![]() Het scherm [Instellingen externe UI bewerken] verschijnt. |
2 | Selecteer het selectievakje [Gebruik TLS], en klik op [OK]. |
![]() |
Als er bij het opstarten van de Externe UI een waarschuwingsmelding verschijntBij het opstarten van de Externe UI met ingeschakelde TLS kan een waarschuwingsmelding over het beveiligingscertificaat verschijnen. Als er geen problemen zijn met certificaat of TLS-instellingen, kunt u doorgaan met de bewerkingen. |