|
1
|
Selecteer de oriëntatie van het origineel op het afdrukinstellingenscherm van de toepassing.
|
|
2
|
Stel in het scherm [Algemene instellingen] van het stuurprogramma [Afdrukstand] in op dezelfde oriëntatie als in stap 1.
|
|
3
|
Stel tijdens het controleren van het afdrukvoorbeeld [Pagina-opmaak]
[Paginavolgorde] [Enkelzijdig/Dubbelzijdig/Boekje afdrukken] [Inbindlocatie] in.
|