1 | Selecteer het papier met standaardformaat. |
2 | Druk op <OK>. |
1 | Druk op <Gebruikersformaat>. |
2 | Geef de lengte van de zijde <X> en <Y> op. |
Druk op <X> of <Y> om met de numerieke toetsen de lengte van elke zijde in te voeren. Als u de papierformaten die u het vaakst gebruikt, opslaat onder knoppen <S1> tot <S5>, kunt u ze met één aanraking oproepen. Opslaan van vrij formaat papier (Papier van aangepast formaat) | |
3 | Druk op <OK> <OK>. |
1 | Druk op <Envelop>. |
2 | Selecteer het type envelop. Als u een envelop van aangepast formaat wilt opslaan, drukt u op <Gebruiker> <Volgende> en druk op <X> of <Y> om de zijde op te geven en gebruik vervolgens de numerieke toetsen om de lengte van de opgegeven zijde in te voeren. |
3 | Druk op <OK> <OK>. |