De inbindmarges instellen
|
|
U kunt inbindmarges maken voor nieten of ponsgaten. U kunt inbindmarges aan de voor- en achterzijde van de afzonderlijke pagina's instellen.
|
|
Wanneer de marge is ingesteld, worden afbeeldingen verschoven op basis van de margebreedte en gekopieerd. Een tot aan de randen bedrukt origineel kan op de kopie iets worden afgesneden.
|
1
Plaats het origineel.
Originelen plaatsen
2
Druk op <Kopie>.
Het scherm <Home>
3
Druk op <Opties> op het scherm met basisfuncties voor kopiëren.
Scherm met basisfuncties voor kopiëren
4
Druk op <Rugwit>.
5
Selecteer de margepositie.
6
Voer de marge in.
Druk op <Voorzijde> of <Achterzijde>, en voer elke marge in.
Als u een getal invoert dat lager is dan 0, wordt de marge ingesteld op de tegengestelde zijde van de positie die is opgegeven bij stap 4. Gebruik dit als u de marge wilt versmallen bij het kopiëren van een origineel dat al marges heeft.
Als u op <±> drukt, verandert de waarde tussen <-> en <+>.
7
Druk op <OK>

<Sluiten>.
8
Druk op

(Start).
Het kopiëren wordt gestart.
|
Als u <Rugwit> en <2-zijdig> samen gebruikt, volg dan de onderstaande instructies:
Als er een witrand is:
1-zijdig  2-zijdig: Stel de Witrandmodus alleen voor de achterzijde in.
2-zijdig  2-zijdig: U hoeft geen Witrandmodus in te stellen.
2-zijdig  1-zijdig: Stel de Witrandmodus alleen voor de achterzijde in.
Als er geen witrand is: 1-zijdig  2-zijdig: Stel de Witrandmodus in voor zowel de voor- als achterzijde. 2-zijdig  2-zijdig: Stel de Witrandmodus in voor zowel de voor- als achterzijde. 2-zijdig  1-zijdig: Stel de Witrandmodus in voor zowel de voor- als achterzijde.
|