|
Wanneer u originelen kopieert die kleiner zijn dan het uitvoerpapierformaat, verschijnen er mogelijk kaderlijnen op de gekopieerde afbeelding. Wanneer u dikke boeken kopieert, verschijnen er mogelijk donkere randen. Met <Wis rand> kunt u deze kaderlijnen en donkere randen wissen. U kunt de machine ook zodanig instellen dat ponsgaten in originelen niet worden gekopieerd.
|
|
|
Plaats originelen met ponsgaten op de glasplaat. Als u ze in de aanvoer legt, kan dat leiden tot schade.
|
|
1
|
Druk op <Wis origineelrand> en stel <Origineelform.> in.
Als het formaat bij <Origineelform.> afwijkt van het formaat van het origineel dat u hebt ingesteld, druk dan op <Wijzigen> om het formaat te selecteren.
|
|
2
|
Druk op <Volgende>.
|
|
3
|
Voer de breedte in van het kader dat moet worden gewist.
|
|
1
|
Druk op <Wis boekrand> en bevestig <Origineelform.>.
Als het formaat bij <Origineelform.> afwijkt van het formaat van het boek dat u hebt ingesteld, druk dan op <Wijzigen> om het formaat te selecteren.
|
|
2
|
Druk op <Volgende>.
|
|
3
|
Druk op <Midden> of <Zijden>, en voer elke wisbreedte in.
|
|
1
|
Druk op <Wis inbindrand>.
|
|
2
|
Druk op <Volgende>.
|
|
3
|
Specificeer de positie van de ponsgaten en voer de wisbreedte in.
|
<Sluiten>.
(Start).