Extra beveiliging bij het bijwerken van serverinformatie
(ver. 3.18-)Wanneer u het LDAP-serveradres wijzigt
Als er verificatie-informatie is opgegeven, moet u uw wachtwoord opnieuw invoeren als u [Server Address] in [LDAP Server Settings] verandert en zich aanmeldt of als u [Server Address] verandert en op [Check Connection] drukt.
Schakel het selectievakje [Change Password] in en voer het wachtwoord opnieuw in.
Schakel het selectievakje [Change Password] in en voer het wachtwoord opnieuw in.
Als [Use authentication information] is ingeschakeld, moet u [Password:] (ingesteld in [Use authentication information]) opnieuw invoeren bij het wijzigen van [Primary Address] of [Secondary Address:].
Wanneer u de instellingen van de SMPT- en POP-server wijzigt
Als [Password] voor [Use SMTP Authentication (SMTP AUTH)] is ingeschakeld, moet u [Password] opnieuw instellen als u het [SMTP-server]-adres wijzigt en registreert of als u het serveradres wijzigt en op [Check SMTP Connection] drukt.
Schakel het selectievakje [Change Password] in en voer het wachtwoord opnieuw in.
Als [POP-wachtwoord] is ingesteld, moet u de [POP-wachtwoord] opnieuw instellen bij het wijzigen en registreren van het [POP-server]-adres of als u het serveradres wijzigt en op [Check POP Connection] drukt.
Schakel het selectievakje [Change Password] in en voer het wachtwoord opnieuw in.
Als [POP-wachtwoord] is ingesteld, moet u de [POP-wachtwoord] opnieuw instellen bij het wijzigen en registreren van het [POP-server]-adres of als u het serveradres wijzigt en op [Check POP Connection] drukt.
