ACCESS MANAGEMENT SYSTEM gebruiken

In een omgeving waarin ACCESS MANAGEMENT SYSTEM wordt gebruikt, is het mogelijk om te definiëren welke functies beschikbaar zijn bij elk bevoegdheidsniveau (rol) en om nieuwe rollen aan te maken. Zo hebt u meer controle op gebruikersbeheer, omdat u kunt opgeven welke functies beschikbaar zijn voor elke individuele gebruiker. U kunt, bijvoorbeeld, gebruiker A verbieden te kopiëren, terwijl gebruiker B alle functies mag gebruiken. Volg onderstaande procedure om de functies van ACCESS MANAGEMENT SYSTEM in te schakelen.
 (Inst./Registrern)  <Beheerinstellingen>  <Licentie/Overige>  <Gebruik ACCESS MANAGEMENT SYSTEM>  <Aan>  <OK>   (Inst./Registrern)   (Inst./Registrern) <Gew. inst. toep.>  <Ja>
Als deze instelling is ingesteld op <Aan>, wordt <Gebruik gebruikersveri.> in Instellingen/Registratie eveneens ingesteld op <Aan>. Om <Gebruik gebruikersveri.> in te stellen op <Uit>, stelt u eerst deze instelling in op <Uit>.
Als u deze functie instelt op <Aan>, worden de volgende instellingen in Instellingen/Registratie uitgeschakeld.
Een pincode instellen voor het adresboek
Nieuwe bestemmingen beperken
Ook als u deze instelling van <Uit> in <Aan> wijzigt, keren de volgende instellingen in Instellingen/Registratie niet automatisch terug naar de vorige waarden. Wijzig de instellingen handmatig.
Een pincode instellen voor het adresboek
Nieuwe bestemmingen beperken
Er kunnen vergelijkbare beperkingen worden ingesteld voor rollen die gebruikmaken van het ACCESS MANAGEMENT SYSTEM. Voor informatie over de systeemvereisten en de methode voor het aanmaken/bewerken van rollen, zie ACCESS MANAGEMENT SYSTEM Administratorhandleiding.
9XUU-0AL