Gescande afbeeldingen controleren voordat u ze verzendt (Voorbeeld)
| | U kunt gescande afbeeldingen voor verzending in het voorbeeldscherm controleren. U kunt ook pagina's op het voorbeeldscherm verwijderen, verplaatsen of verwisselen. |
|
U kunt het origineel niet controleren voor het verzenden met de modus Direct verzenden of Handmatige verzending, zelfs als <Voorbeeld> is ingesteld. |
1
Plaats het origineel.
Originelen plaatsen2
3
Geef de bestemming op het scherm met basisfuncties voor faxen op.
Scherm met basisfuncties voor faxen4
5
Druk op <Opties>
<Voorbeeld>
<Sluiten>.
6
Druk op
(Start).
Originelen worden gescand en het voorbeeldscherm verschijnt.
Om het scannen te annuleren, drukt u op <Annuleren> of
(Stop)
<Ja>.
Wanneer <Druk op [Start] om volgende origineel te scannen.> wordt weergegeven
Plaats het volgende origineel dat u wilt scannen en druk op
(Start). Nadat alle originelen zijn gescand, drukt u op <Voorbeeld & verz.> om het voorbeeldscherm weer te geven.
7
Controleer de gescande afbeeldingen op het voorbeeldscherm.
Bewerk desgewenst de gescande afbeelding op het voorbeeldscherm.
Een pagina verwijderen
U kunt de pagina die momenteel op het voorbeeldscherm wordt weergegeven, verwijderen.
1 | Druk op <Verwijder pagina>. |
Een pagina verplaatsen
U kunt een pagina verplaatsen naar de opgegeven bestemming.
1 | Druk op <Gescande geg. bew.>. |
2 | Druk op <Pag.positie verpl.>. |
3 | Voer de paginanummers in die overeenkomen met <Pagina verplaatsen> en <Achter pagina>. |
4 | Druk op <OK>. |
De locaties van pagina's wijzigen
U kunt de locaties van opgegeven pagina's wijzigen.
1 | Druk op <Gescande geg. bew.>. |
2 | Druk op <Pag.positie verpl.>. |
3 | Voer de paginanummers in die overeenkomen met <Doelpagina A> en <Doelpagina B>. |
4 | Druk op <OK>. |
8
Druk op <Start verzenden>.
Verzenden begint.