De netwerkbeveiligingsinstellingen configureren

Bevoegde gebruikers kunnen worden benadeeld door aanvallen van kwaadwillende personen, bijvoorbeeld door sniffing, spoofing en het manipuleren van gegevens die over een netwerk worden verzonden. Om uw belangrijke en kostbare gegevens te beschermen tegen deze aanvallen, ondersteunt het apparaat de volgende functies te verbetering van de veiligheid en beveiliging.
Firewall instellingen
Onbevoegde toegang door derden, evenals aanvallen en inbreuken op netwerken, kunnen worden geblokkeerd door alleen communicatie met apparaten met een specifiek IP-adres toe te staan. Communicatie beperken door firewalls in te stellen
Proxy-instellingen
Wanneer de client-apparaten zijn verbonden met een extern netwerk, wordt de communicatie tot stand gebracht via de proxyserver. Wanneer de proxyserver wordt gebruikt, kunnen websites veiliger worden bezocht en kan dus een betere beveiliging worden verwacht. Een proxy instellen
Communicatie met TLS-versleuteling
TLS is een protocol voor het versleutelen van gegevens die over een netwerk worden verstuurd en wordt vaak gebruikt voor communicatie via een webbrowser of een e-mailprogramma. Met TLS is veilige netwerkcommunicatie mogelijk bij het gebruik van de machine in een scala aan situaties, zoals bij gebruik van de Remote UI (UI op afstand) of adresboekbeheersoftware. De sleutel en het certificaat voor TLS configureren
IPSec-communicatie
Terwijl TLS alleen de gegevens codeert die in een bepaald programma worden gebruikt, zoals een webbrowser of een e-mailprogramma, worden met IPSec alle IP-pakketten (of nettoladingen daarvan) gecodeerd. Dit betekent dat met IPSec een flexibelere beveiliging kan worden gerealiseerd dan met TLS. De IPSec-instellingen configureren
Verificatie met IEEE 802.1X
Als een apparaat probeert verbinding te maken en begint te communiceren met het 802.1X-netwerk, moeten de gebruikersgegevens worden geverifieerd om er zeker van te zijn dat de verbinding tot stand wordt gebracht door een bevoegde gebruiker. Hiertoe worden verificatiegegevens verzonden naar en gecontroleerd door een zogenaamde RADIUS-server, die op basis van het verificatieresultaat communicatie met het netwerk toestaat of weigert. Als de verificatie mislukt, wordt de externe toegang tot het netwerk geblokkeerd door een LAN-switch (of een toegangspunt). Het apparaat kan als een clientapparaat worden aangesloten op een 802.1X-netwerk. De instellingen voor verificatie met IEEE 802.1X configureren
9XUS-0AU