Statische routering instellen

U kunt statische routering instellen om de netwerkroute handmatig op te geven.
Als er bijvoorbeeld gegevens worden verzonden vanaf een machine die met andere netwerken is verbonden via een router met zowel de hoofdlijn als de sublijn, kunnen de gegevens worden verzonden via de gateway van de sublijn in plaats van de gateway van de hoofdlijn die normaal wordt gebruikt.
*1 Gateway hoofdlijn
*2 Gateway sublijn
*3 Instellingen voor statische routering
Als u verbinding maakt met een ander netwerk via een router, geeft u het gateway-adres in <Instellingen IP-adres> van tevoren op. Een IPv4-adres instellen Het IPv4-adres van de sublijn instellen
1
Druk op  (Inst./Registrern).
2
Druk op <Voorkeuren> <Netwerk>  <Instellingen voor Statische routing>.
3
Druk op <Aan> voor <Instellingen voor Statische routing>.
4
Selecteer de lijn voor registratie van de informatie voor statische routering in de lijst druk op <Bewerken>.
5
Voer <Adres> en <Prefixlengte> in en druk op <Volgende>.
Druk op elke knop en voer de vereiste instelling in.
6
Geef het gateway-adres op druk op <OK> <OK>.
7
Druk op  (Inst./Registrern) <Ja>.
De routevolgorde wordt weergegeven in <Volgord.> op het instellingenscherm voor statische routering.
U kunt maximaal 16 apparaten registreren die kunnen worden verbonden.
Het slagen/mislukken van de instellingen voor statische routering wordt weergegeven in <Routing-registr.>. Onder aan het scherm wordt ook een foutbericht weergegeven.
Wanneer in <Routing-registr.> wordt aangegeven dat het is mislukt, selecteert u de instellingen voor statische routering die zijn mislukt en stelt u het adres en het gateway-adres opnieuw in.
9XUS-03F