Onderhoud van de hoofdeenheid

In dit gedeelte wordt het onderhoud en beheer van het apparaat beschreven, zoals het reinigen en vervangen van verbruiksmaterialen. Ook de onderhoudsservice door Canon wordt beschreven. Voor informatie over voorzorgsmaatregelen tijdens onderhoud raadpleegt u de Belangrijke veiligheidsinstructies.


Onderhoud en inspecties De minimale bewaartermijn voor te repareren werkende onderdelen en tonercartridges is zeven (7) jaar nadat de productie van het apparaatmodel is gestopt. Als er een probleem optreedt tijdens het gebruik, raadpleeg dan "Probleemoplossing" in de Gebruikershandleiding. Als het probleem niet kan worden opgelost of als u denkt dat de machine moet worden geïnspecteerd, neemt u contact op met uw dealer of servicevertegenwoordiger. Installatie Als u merkt dat de machine tijdens het werken lawaai maakt in sommige standen of vanwege de omgeving, raden wij u aan de machine te plaatsen op een andere locatie dan uw kantoor. Waterdruppels (condens) kunnen zich vormen in de machine als de ruimte waar de machine is geïnstalleerd snel wordt verwarmd of als de machine van een koele, droge locatie naar een warme, vochtige locatie wordt verplaatst. Gebruik van de machine onder deze omstandigheden kan leiden tot problemen zoals papier dat vastloopt, slechte afdrukkwaliteit of storingen. Laat de machine voor gebruik ten minste twee uur aan de omgevingstemperatuur en luchtvochtigheid wennen. Machines met opslagapparatuur zoals harde schijven werken mogelijk niet goed wanneer ze gebruikt worden op hoogte (3.000 meter boven zeeniveau of hoger).

Onderhoud en inspecties

De minimale bewaartermijn voor te repareren werkende onderdelen en tonercartridges is zeven (7) jaar nadat de productie van het apparaatmodel is gestopt.

Als er een probleem optreedt tijdens het gebruik, raadpleeg dan "Probleemoplossing" in de Gebruikershandleiding. Als het probleem niet kan worden opgelost of als u denkt dat de machine moet worden geïnspecteerd, neemt u contact op met uw dealer of servicevertegenwoordiger.

Installatie

Als u merkt dat de machine tijdens het werken lawaai maakt in sommige standen of vanwege de omgeving, raden wij u aan de machine te plaatsen op een andere locatie dan uw kantoor.

Waterdruppels (condens) kunnen zich vormen in de machine als de ruimte waar de machine is geïnstalleerd snel wordt verwarmd of als de machine van een koele, droge locatie naar een warme, vochtige locatie wordt verplaatst. Gebruik van de machine onder deze omstandigheden kan leiden tot problemen zoals papier dat vastloopt, slechte afdrukkwaliteit of storingen. Laat de machine voor gebruik ten minste twee uur aan de omgevingstemperatuur en luchtvochtigheid wennen.

Machines met opslagapparatuur zoals harde schijven werken mogelijk niet goed wanneer ze gebruikt worden op hoogte (3.000 meter boven zeeniveau of hoger).

Basisreiniging


Regelmatig reinigen

Verbruiksmaterialen vervangen


De tonercartridge vervangen		Vervangen van het tonerafvalreservoir


Vervangende onderdelen		De resterende hoeveelheid verbruiksmaterialen controleren

Overig onderhoud en aanpassing


De machine verplaatsen