<Apparaatbeheer>
U kunt instellingen opgeven voor het beheer van het apparaat en optionele producten.
<Instellingen Apparaatinformatie>
<Inst.>
<Beheerinstellingen>
<Apparaatbeheer>
Voer de naam en installatielocatie in om de machine te identificeren.
<Weerg. opdr.status voor authentificatie>
<Inst.>
<Beheerinstellingen>
<Apparaatbeheer>
Geef aan of toegang tot het scherm <Statusmonitor> beperkt moet worden bij gebruik van een aanmeldingsservice.
<Beperk toegang taken andere gebr.>
<Inst.>
<Beheerinstellingen>
<Apparaatbeheer>
Geef aan of gebruikers beperkingen opgelegd moeten krijgen zodat ze niet zomaar opdrachten van andere gebruikers op het scherm <Statusmonitor> kunnen bewerken wanneer gebruikersverificatie is gebruikt.
<Weergave opdrachtlog>
<Inst.>
<Beheerinstellingen>
<Apparaatbeheer>
Geef aan of de opdrachtenlogboeken op het scherm <Statusmonitor> moeten worden weergegeven. U kunt ook aangeven of apparaatbeheersoftware mag worden gebruikt om opdrachtenlogboeken uit de machine te halen.
Basisschermen<Opslaan auditlogboek>
<Inst.>
<Beheerinstellingen>
<Apparaatbeheer>
Selecteer of vastleggen van het logboek moet worden gestart. Voor meer informatie over het type logboeken raadpleegt u
Beheerfuncties.
<Netwerkverificatielog ophalen>
<Inst.>
<Beheerinstellingen>
<Apparaatbeheer>
Geef aan of het vastleggen van een logboek moet worden gestart voor verificatie bij toegang tot de machine via het netwerk, zoals bij afdrukken vanaf een computer.
<Beperk toegang dealer>
<Inst.>
<Beheerinstellingen>
<Apparaatbeheer>
U kunt de machine zo instellen dat wijzigingen in gebruikersgegevens of instellingen met betrekking tot beveiliging worden beperkt bij inspectie of reparatie van de machine door uw dealer of servicevertegenwoordiger.
|
Zelfs als dit niet op <Aan> staat, kunt u het auditlogboek controleren op bewerkingen in het verleden als de dealer gebruikersgegevens of beveiligingsinstellingen heeft gewijzigd. |
<Knop verbr. kopen weerg. in externe UI>
<Inst.>
<Beheerinstellingen>
<Apparaatbeheer>
<Externe UI/Toner Status verbr.info inst.>
Kies of in de UI op afstand een knop wordt weergegeven voor toegang tot de website voor het kopen van tonercartridges.
<Instellingen Toner Status>
<Inst.>
<Beheerinstellingen>
<Apparaatbeheer>
<Externe UI/Toner Status verbr.info inst.>
Kies of u het meldingssysteem voor het tonercartridgeniveau gebruikt. U kunt ook instellen of in het meldingssysteem voor tonercartridgeniveau een knop wordt weergegeven voor toegang tot de website voor het aanschaffen van tonercartridges.
<Verbied initialisatie van behrdersww.>
<Inst.>
<Beheerinstellingen>
<Apparaatbeheer>
Geef aan of u de werking van <Beheerderswachtwoord initialiseren> in <Contr. tellerstand> wilt beperken.
<Beperk bewerkingen in speciale modus>
<Inst.>
<Beheerinstellingen>
<Apparaatbeheer>
Geef aan of het gebruik van de speciale modus, die bedoeld is voor onderhoud door dealers, moet worden beperkt.
<Originele Canon-modus>
<Inst.>
<Beheerinstellingen>
<Apparaatbeheer>
Deze modus is voor originele cartridges.
|
Een onderhoudsmonteur kan de instellingen wijzigen. Als het menu niet wordt weergegeven, neemt u contact op met de beheerder van de machine. |