Het stroomverbruik verminderen (slaapstand)
De slaapstand vermindert het stroomverbruik door bepaalde activiteiten binnen het apparaat te onderbreken.
Druk op het configuratiescherm op [
]om de slaapstand te activeren. Configuratiescherm
Als het apparaat in de slaapstand staat, brandt geel-groen.
Druk op het configuratiescherm op [
]om de slaapstand te activeren. ConfiguratieschermAls het apparaat in de slaapstand staat, brandt
geel-groen.De slaapstand verlaten
Verricht één van de volgende procedures: Druk op een willekeurige toets op het configuratiescherm. Tik op het beeldscherm. Als er een telefoon of optionele TELEPHONE 6 KIT is aangesloten, neem dan de handset van de haak. |
De automatische slaaptijd kiezen
Automatische slaaptijd zet het apparaat automatisch in de slaapstand als er gedurende een bepaalde periode of op een bepaald tijdstip geen bewerkingen zijn verricht. Behalve dat u de tijd kunt instellen dat het apparaat naar de slaapstand gaat, kunt u ook instellen dat het apparaat op een opgegeven tijdstip de slaapstand verlaat.
Dit gedeelte leert u hoe u de instellingen kiest met behulp van Externe UI vanaf een computer.
Op het configuratiescherm selecteert u [Menu] in het scherm [Start] en selecteert u [Voorkeuren] om de instellingen te kiezen. [Timer-/energie-instellingen]
Op het configuratiescherm selecteert u [Menu] in het scherm [Start] en selecteert u [Voorkeuren] om de instellingen te kiezen. [Timer-/energie-instellingen]
1
Log in op Externe UI. Externe UI starten
2
Klik op de Portal-pagina van de Externe UI op [Instellingen/registratie]. Portal-pagina van Externe UI
3
Klik op [Tijdklokinstellingen] 
[Bewerken].
[Bewerken].Het scherm [Tijdklokinstellingen bewerken] verschijnt.
4
Stel de automatische slaaptijd in of de tijd om slaapstand te verlaten.
De tijd tot aan de slaapstand instellen
Voer de tijd in in [Stel tijd in].
* We bevelen de standaardinstelling aan om stroom te besparen. [Automatische sluimertijd]
Op een opgegeven tijd naar de slaapstand gaan
Selecteer het selectievakje [Automatische dagelijkse slaaptimer gebruiken], en voer de tijd in.
Als u voor het tijdscherm de 12-uursindeling hebt geselecteerd, selecteer dan na het invoeren van de tijd [AM] of [PM].
Als u voor het tijdscherm de 12-uursindeling hebt geselecteerd, selecteer dan na het invoeren van de tijd [AM] of [PM].
Op een opgegeven tijd de slaapstand verlaten
Selecteer het selectievakje [Instellingen afsluiting sluimermodus gebruiken], en voer de tijd in.
Als u voor het tijdscherm de 12-uursindeling hebt geselecteerd, selecteer dan na het invoeren van de tijd [AM] of [PM].
Als u voor het tijdscherm de 12-uursindeling hebt geselecteerd, selecteer dan na het invoeren van de tijd [AM] of [PM].
5
Klik op [OK].
De instellingen worden toegepast.
6
Uitloggen van Externe UI.
 |
Druk op |
 | ||
Het apparaat gaat in de volgende gevallen niet naar de slaapstand. Als het gegevenslampje op het configuratiescherm knippert of brandt Configuratiescherm Als het scherm [Menu], een papierstoring of ander foutbericht*1, een scherm Directe verbinding SSID of scherm om de netwerksleutel te tonen, op het configuratiescherm verschijnt Als het apparaat een afstel-, reinigings- of andere procedure verricht Als het apparaat gegevens importeert, exporteert, of verwerkt via een extern apparaat, zoals een USB-geheugenapparaat, computer, of LDAP-server Als er een telefoon of optionele TELEPHONE 6 KIT is aangesloten, is de handset van de haak. Als de beltoon voor binnenkomende fax is uitgezet
|