De gradatie van kopie-afbeeldingen kalibreren

Gradatie is de geleidelijke verandering van kleurdiepte en helderheid. Als de gradatie niet correct wordt gereproduceerd en de afdrukresultaten voor kopiëren of afdrukken vanuit geheugenmedia sterk verschillen van de brongegevens of het origineel, kalibreer dan de gradatie.
Om de gradatie voor kopie-afbeeldingen te kalibreren, scant u een met het apparaat afgedrukte kalibratie-afbeelding (voor het kalibreren gebruikte afbeelding) op de glasplaat.
Kalibratie kan niet plaatsvinden tijdens afdrukken of scannen, of als een tonercartridge (bijna) helemaal leeg is.
Verricht de kalibratie met behulp van het configuratiescherm. Het kan niet met behulp van Externe UI vanaf een computer.
Tijdens kalibratie wordt de tonercartridge gebruikt.
Vaak kalibreren heeft invloed op de levensduur van de tonercartridge.
Als na de kalibratie de afdrukresultaten nog steeds onbevredigend zijn, zou er te weinig toner in de tonercartridges kunnen zitten. We adviseren u te controleren hoeveel toner er nog in de tonercartridges aanwezig is, en iedere bijna lege cartridge te vervangen.
De resterende hoeveelheid verbruiksartikelen controleren
Tonercartridge vervangen
1
Druk op het configuratiescherm op [Menu] in het scherm [Start]. Scherm [Start]
2
Druk op [Aanpassing/onderhoud] [Beeldkwaliteit aanpassen] [Kopie-afbeelding aanpassen].
U ziet de beschikbare papierformaten en -soorten op het bevestigingsscherm.
3
Controleer of het beschikbare papier is geplaatst, en druk dan op [OK].
Het scherm [Stappen] verschijnt.
4
Controleer de werkprocedure, en druk op [Start].
De kalibratie-afbeelding wordt afgedrukt.
5
Plaats het papier met de kalibratie-afbeelding erop gedrukt op de glasplaat.
1
Open de documentinvoer.
2
Leg het papier in de liggende afdrukrichting op de glasplaat, en lijn de hoek van het papier uit met de linkerbovenhoek van de glasplaat.
Plaats de afdrukzijde van de kalibratie-afbeelding met de afdrukzijde naar beneden en met de dunne zwarte lijn links.
3
Sluit de documentinvoer voorzichtig.
6
Druk op [Scannen starten].
De kalibratie-afbeelding wordt gescand, en de kalibratie wordt verricht.
Als de kalibratie is voltooid, verschijnt het bericht [Voltooid.], en vervolgens het scherm [Beeldkwaliteit aanpassen].
7
Verwijder het papier met de afgedrukte kalibratie-afbeelding van de glasplaat.
Als [Kan geen correctie uitvoeren.] verschijnt
Controleer of de handelingen worden verricht volgens bovenstaande procedure. Controleer met name het volgende:
In 3 controleert u of er papier in de papierlade beschikbaar is.
In 5 controleert u of de kalibratie-afbeelding goed is ingesteld. Zorg beslist voor een juiste afdrukzijde en de positie van de zwarte lijn.
Verwijder vastgelopen papier. Papierstoringen
Controleer hoeveel toner er nog in de tonercartridge zit, en vervang iedere tonercartridge, naar behoefte.
De resterende hoeveelheid verbruiksartikelen controleren
Tonercartridge vervangen
9AX2-0E6