Voorkant
Documentinvoer
U kunt twee of meer vellen originelen in de documentinvoer plaatsen. De geplaatste originelen worden automatisch één voor één toegevoerd en gescand.
Documentinvoer
Configuratiescherm
Gebruik het display en de toetsen om het apparaat te bedienen en de activiteiten en status te bevestigen.
Configuratiescherm
Handgrepen
Pak het apparaat vast bij deze handgrepen als u het gaat verplaatsen.
Ventilatieopeningen
Warme lucht wordt door deze openingen afgevoerd om de binnenkant van het apparaat af te koelen.
Een goede ventilatie is niet mogelijk als u voorwerpen vóór de ventilatieopeningen plaatst.
Papierstopper
Open de papierstopper om te verhoeden dat het papier uit de uitvoerlade valt.
Klep aan de voorzijde
Open deze klep om tonercartridges te vervangen of een papierstoring in het apparaat te verhelpen.
USB-poort (voor USB-apparaten)
U kunt een gangbaar USB-geheugenapparaat of USB-toetsenbord aansluiten.
Hoofdschakelaar
Hiermee zet u het apparaat AAN en UIT.
Het apparaat AAN en UIT zetten
Uitvoerlade
Bedrukt en gekopieerd papier wordt uitgevoerd via de uitvoerlade.
Papierlade
Gebruik de papierlade voor het laden van de papiersoort die u meestal gebruikt.
Papierlade
Multifunctionele lade
Als u tijdelijk papier wilt gebruiken dat zich niet in de papierlade bevindt, plaatst u het in de multifunctionele lade.
Multifunctionele lade
Glasplaat
Plaats boeken, dik papier, dun papier, en andere originelen die u niet in de documentinvoer kunt plaatsen. De geplaatste originelen worden in een vaste positie gescand.
Originelen plaatsen
Luidspreker
Produceert tonen om u te informeren over de faxcommunicatie-status en de activiteiten en status van het apparaat.
Het volume aanpassen (voor modellen met een faxfunctie)Het volume aanpassen (voor modellen zonder een faxfunctie) |
Originelen worden vies Originelen komen vaak vast te zitten Afdrukken vertonen vlekken na het scannen of kopiëren, of na het verzenden van faxen |