<Onderhoud>

In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de automatische reinigingsfunctie van de machine kunt gebruiken.
<Reinig de drukrol voor fixering>
<Instellen>  <Aanpassen/Onderhoud>  <Onderhoud>
Als het bedrukte papier vuil is, voert u <Reinig de drukrol voor fixering> uit.
<Reinig om lekken van toner te voorkomen>
<Instellen>  <Aanpassen/Onderhoud>  <Onderhoud>
U kunt voorkomen dat er toner wordt gemorst tijdens het transport van de machine over een lange afstand.
<ITB reinigen>
<Instellen>  <Aanpassen/Onderhoud>  <Onderhoud>
Als de afdrukkwaliteit niet goed is, kunt u de ITB-eenheid reinigen.
<Initialiseren na verv. v/d onderdelen>
<Instellen>  <Aanpassen/Onderhoud>  <Onderhoud>
Na het vervangen van de verbruiksonderdelen, voer <Initialiseren na verv. v/d onderdelen> uit om initialisatie uit te voeren.
<Regel ontdekte condens>
<Inst.>  <Aanpassen/Onderhoud>  <Onderhoud>
Stel in of u het proces voor het verwijderen van condens wilt starten wanneer condens in de machine wordt gedetecteerd. Als u deze modus instelt op <Aan>, wordt het proces voor het verwijderen van condens automatisch uitgevoerd. U kunt de machine ook zo instellen dat het afdrukken niet wordt beperkt tijdens het verwijderen van condensatie.
AL91-090