Stap 1 | Geef de weergavetaal op. |
Selecteer de weergavetaal. | |
Stap 2 | Stel de tijdzone in. |
Selecteer de tijdzone waarin de machine wordt gebruikt. | |
Geef de datum en tijd op. | |
Geef de datum en tijd van de machine op. | |
Stap 4 | Stel het wachtwoord van de „Beheerder” in voor UI op afstand-verificatie. |
Stel het wachtwoord in dat wordt gebruikt bij het inloggen op de UI op afstand als de „Beheerder”. Als u geen wachtwoord wilt instellen, selecteert u <Nee> op het bevestigingsscherm en gaat u verder naar stap 5. Deze machine is ingesteld voor gebruik van gebruikersverificatie als de aanmeldingsservice. Voor meer informatie raadpleegt u De instellingen van persoonlijke-verificatiebeheer configureren. | |
Stap 5 | Stel de netwerkverbindingsmethode in. |
Geef de methode aan voor het verbinden van de machine met een netwerk. Als u <Bekabeld LAN> selecteert, wordt de Installatiehandleiding afgesloten en wordt het scherm <Home> weergegeven. Voor meer informatie over draadloze LAN-verbindingen, raadpleegt u Verbinding maken met een draadloos LAN. |
De installatiegids kan in de volgende gevallen niet worden gestart.Als gebruikersverificatie of verificatie met afdelings-ID is ingesteld. Als verificatie met een kaart wordt uitgevoerd. |
Als de installatiehandleiding werd gestart nadat het „Administrator”-wachtwoord voor de authenticatie van de Remote UI was ingesteld, wordt stap 4 niet weergegeven en gaat de installatiehandleiding verder met stap 5. |