De DNS-functie van de sublijn instellen
Wanneer de machine tegelijkertijd op twee verschillende netwerken is aangesloten en DNS gebruikt om specifieke systeemgegevens via de sublijn te verzenden en ontvangen, stelt u het IP-adres in van de DNS-server die op de sublijn wordt gebruikt.
* De DNS-instellingen van de sublijn kunnen alleen worden gebruikt voor het verzenden en ontvangen van specifieke systeemgegevens en kunnen niet worden gebruikt via een normale internetverbinding.
* Als u DNS via de sublijn gebruikt voor andere doeleinden dan het verzenden en ontvangen van specifieke systeemgegevens, stelt u het IP-adres van de DNS-server die wordt gebruikt voor de sublijn in de DNS-instellingen van de hoofdlijn in.
DNS configureren
1
Log in bij de machine als een beheerder.
Inloggen op de machine
2
Druk op het bedieningspaneel op [

Instellingen/Registratie] in het scherm [Home] of ander scherm.
Scherm [Home]
Het scherm [Instellingen/Registratie] wordt weergegeven.
3
Druk op [Voorkeuren]

[Netwerk]

[Instellingen sublijn]

[Instellingen vr Systeemdatacommunic.]

[Instellingen DNS-serveradres].
Het scherm [Instellingen DNS-serveradres] wordt weergegeven.
4
Voer het IP-adres van de DNS-server in en druk op [OK].
Druk op [Primaire DNS server] om deze te selecteren en voer het IP-adres van de DNS-server in.
Als u een secundaire DNS-server gebruikt, drukt u op [Secundaire DNS server] om deze te selecteren en voert u het IP-adres van die server in.
* Als u geen secundaire DNS-server gebruikt, laat deze dan ingesteld staan op "0.0.0.0".
5
Druk op [

Instellingen/Registratie]

[Ja].
De instellingen worden toegepast.