De overdrachtsconditie van de afgedrukte afbeelding aanpassen
Als de algehele afgedrukte afbeelding lichter van kleur is of vervormd is in vergelijking met afdrukken op normaal papier, kunt u de secundaire overdrachtsspanning aanpassen (spanning wanneer de afbeelding op het papier wordt overgebracht) voor het geregistreerde aangepaste papier.
Gevallen waarin de huidige waarde moet worden verhoogd
Het papier is dikker dan standaardpapier
De densiteit in gebieden met hoge densiteit is onvoldoende
De densiteit in afbeeldingsgebieden met hoge densiteit is ongelijkmatig
De contouren in afbeeldingsgebieden met hoge densiteit zien er wazig uit
Gevallen waarin de huidige waarde moet worden verlaagd
Het papier is dunner dan standaardpapier
Hoewel de densiteit van de gebieden met hoge densiteit normaal is, kunnen er kleine witte vlekjes verschijnen in de gebieden met lage densiteit
Er verschijnen witte vlekjes in gebieden met hoge densiteit
De hoeveelheid toner in gebieden met hoge densiteit is verminderd en er verschijnen kleine donkere vlekjes
Er verschijnen donkere vlekken in gebieden met een lage densiteit
In gebieden met hoge densiteit verschijnen strepen met ongelijkmatige densiteit in de richting van de papierinvoer
In deze sectie wordt beschreven hoe u via het bedieningspaneel aanpassingen kunt uitvoeren.
Voor aanpassingen met de Remote UI (UI op afstand) vanaf een computer voert u de bewerkingen uit vanuit [Settings/Registration]
[Paper Settings] [Paper Type Management Settings] op de Portal-pagina. De machine vanaf een computer beheren (Remote UI (UI op afstand))
Beheerders- of DeviceAdmin-bevoegdheden zijn vereist.
Voor aanpassingen met de Remote UI (UI op afstand) vanaf een computer voert u de bewerkingen uit vanuit [Settings/Registration]
[Paper Settings] [Paper Type Management Settings] op de Portal-pagina. De machine vanaf een computer beheren (Remote UI (UI op afstand))Beheerders- of DeviceAdmin-bevoegdheden zijn vereist.
Vereiste voorbereidingen
Registreer het papiertype dat u wilt aanpassen. Veelgebruikte papiertypen registreren
1
Log in bij de machine als een beheerder. Inloggen op de machine
2
Druk op het bedieningspaneel op [
Instellingen/Registratie] in het scherm [Home] of ander scherm.
Instellingen/Registratie] in het scherm [Home] of ander scherm.Het scherm [Instellingen/Registratie] wordt weergegeven.
3
Druk op [Voorkeuren] [Papierinstellingen] [Instellingen beheer type papier].
[Papierinstellingen] [Instellingen beheer type papier].Het scherm [Instellingen beheer type papier] wordt weergegeven.
4
Selecteer het geregistreerde aangepaste papiertype en druk op [Details/Bewerken].
Het scherm [Details/Bewerken] wordt weergegeven.
5
Druk op [Wijzigen] van [Sec. overdr.spanning aanpassen].
Het scherm [Sec. overdr.spanning aanpassen] wordt weergegeven.
6
Voer de aanpassingswaarde in.
Druk op de toets [Voorzijde] of [Achterzijde] om deze te selecteren en voer vervolgens de waarde in.
U kunt drukken op [±] om de ingevoerde waarde tussen positief en negatief te wisselen.
Voer een waarde in voor [Achterzijde] in een van de volgende gevallen:
Wanneer [2de zijde van 2-zijdige pag.] is ingesteld op [Aan] voor aangepast papier Scherm [Details/Bewerken]
Als er papier in de multi-purpose tray is geplaatst en [2de zijde van 2-zijdige pag.] is ingesteld in het scherm voor papiertype-instellingen Het type en formaat papier voor de multi-purpose tray instellen
7
Druk op [OK].
De aanpassing wordt toegepast.