Scherm [Start]

Het scherm verschijnt als u op het configuratiescherm op [] drukt.
De status van het apparaat wordt weergegeven aan zowel boven- als onderzijde van het scherm, om ze te raadplegen en voor bewerkingen, naar behoefte.

[]/[]
Bij aansluiting op een bedraad LAN wordt [] weergegeven. Bij aansluiting op een draadloos LAN wordt [] weergegeven.

[]
Geeft weer hoeveel toner er nog in de tonercartridge zit.

[Menu]
Controleer de verschillende instellingen van het apparaat. Onderdelen van het Menu Instellingen

[Beveiligde afdruk]
Drukt gegevens af die tijdelijk zijn opgeslagen in het geheugen van het apparaat. Een document afdrukken dat is beveiligd met een pincode (Beveiligd Afdrukken)

[Papierinstellingen]
Stel in welk formaat en type papier moet worden gebruikt, en registreer veelgebruikt papier. Papierformaat en -soort opgeven

[Mobiele portal]
Sluit mobiele toestellen aan op het apparaat. Een mobiel apparaat met het apparaat verbinden

[Weerg.volg. (Start)]
U kunt de weergave-volgorde van de onderwerpen op het scherm [Start] veranderen. Het scherm [Start] aanpassen

[Update firmware]
Werkt de firmware bij via het internet. De Firmware bijwerken

[Inst. Wi-Fi]
Verbindt een computer met het apparaat via een draadloze LAN-router (toegangspunt). Verbinding maken met een draadloos LAN door naar een router te zoeken (Installatiemethode voor toegangspunt)

[Leverinstell. toner]
U kunt instellingen configureren voor de service voor het aanvullen van toner. Deze service is alleen in bepaalde landen beschikbaar. Service voor aanvullen toner

[Help]
Toont de QR-code of URL waarmee u toegang krijgt tot de handleiding van het apparaat. Help gebruiken