Met behulp van het bedieningspaneel bedient u het apparaat en kiest u de instellingen.
Raadpleeg voor meer informatie over de ondersteunde modellen: Ondersteunde functies en opties
Bedieningspaneel
Als het scherm slecht te zien is, kies dan een andere hoek voor het bedieningspaneel, zie rechts. |  |
Beeldscherm
Toont het aanraakscherm voor het omgaan met functies, gebruik, berichten en overige informatie. U kunt het bedienen door het met uw vinger aan te raken. Het bedieningspaneel gebruiken
Geluidsvolume-toets (
)
Past het volume aan.
Het volume aanpassen (voor modellen met een faxfunctie)
Het volume aanpassen (voor modellen zonder een faxfunctie)
Het volume aanpassen (voor modellen met een faxfunctie)
Het volume aanpassen (voor modellen zonder een faxfunctie)
Energiebesparing-toets (
)
Zet het apparaat in de slaapstand om het stroomverbruik te verminderen. In de slaapstand brandt geel-groen. Het stroomverbruik verminderen (slaapstand)
geel-groen. Het stroomverbruik verminderen (slaapstand)
Data-lampje
Knippert tijdens activiteiten zoals communiceren of afdrukken, en brandt continu als er gegevens op verwerking wachten.
Fout-lampje
Knippert of brandt bij een papierstoring of andere fout.
Start-toets (
)
Opent het scherm [Start]. Scherm [Start]
Stop-toets (
)
Annuleert u een lopende activiteit.