De begininstellingen configureren voor Externe UI, faxen, scannen en gebruik van de webservice

Open het IP-adres van het apparaat via een webbrowser op een computer en configureer de standaardinstellingen voor Externe UI, faxen, scannen en gebruik van de webservice.
Raadpleeg voor meer informatie over de ondersteunde modellen: Ondersteunde functies en opties
Vereiste voorbereidingen
Controleer de werkomgeving van Externe UI. Ondersteunde omgeving
Verbind de computer die u gebruikt om Externe UI te bedienen, via een netwerk met het apparaat. Het netwerk instellen
Controleer het IP-adres van het apparaat. De netwerkstatus en instellingen controleren
1
Voer in een internetbrowser op een computer de volgende URL in.
http://<IP-adres van het apparaat>/
Het scherm [Wachtwoordinstellingen] verschijnt.
Dit scherm wordt alleen weergegeven als u het opent binnen 15 minuten na het verbinden van het apparaat met het netwerk.
Als het inlogscherm van Externe UI wordt weergegeven, meldt u zich in de Beheerdersmodus aan bij Externe UI.
Als u het wachtwoord voor toegang tot Externe UI niet hebt ingesteld, stelt u het wachtwoord in op het apparaat. De beheerder-ID en -pincode instellen
Bij het invoeren van een IPv6 adres plaatst u dit tussen vierkante haken: [ ].
Voorbeeld:
http://[fe80:2e9e:fcff:fe4e:dbce]/
Als het inlogscherm van Remote UI niet verschijnt
Als een bericht zoals [Geen toegang tot externe UI.] verschijnt maar het inlogscherm niet, raadpleeg dan het volgende:
Kan Externe UI of Insteltool verzendfunctie niet openen
2
Stel het wachtwoord in dat vereist is voor het aanmelden door de instructies op het scherm te volgen en klik op [OK].
Het scherm [Initiële instellingen] verschijnt.
* Als het scherm niet wordt weergegeven, klikt u op [Initiële instellingen] op de Portal-pagina.
3
Klik op [Faxinstellingen] en configureer de faxinstellingen.
Als u de faxinstellingen niet wilt configureren, gaat u verder naar stap 4.
[Faxinstallatiegids]
Configureer de instellingen die vereist zijn voor het gebruik van de faxfunctie.
[Instellingen voor doorsturen e-mail]
Configureer de instellingen voor het doorsturen van ontvangen faxen naar een e-mailadres.
[Instellingen voor opslaan mappen]
Configureer de instellingen voor het opslaan van ontvangen faxen naar een gedeelde map.
4
Klik op [Scaninstellingen] en configureer de instellingen voor scannen.
Als u de scaninstellingen niet wilt configureren, gaat u verder naar stap 5.
[Instellingen e-mailverzending]
Configureer de instellingen voor het doorsturen van ontvangen faxen naar een e-mailadres.
[Instellingen voor opslaan mappen]
Configureer de instellingen voor het scannen van originelen naar een gedeelde map.
5
Klik op [Webservicegebruik] en configureer de instellingen voor het gebruik van de webservice.
Geef op of u de Canon-cloudintegratieservice wilt gebruiken. Als u de instellingen voor het gebruik van de webservice niet configureert, gaat u verder naar stap 6.
1
Lees het bericht en klik op [Akkoord].
2
Klik op [Volgende].
3
Lees het bericht op het scherm [Instellingen voltooid.] en klik op [Einde].
Als de verbinding mislukt, controleert u de instellingen van het apparaat en het netwerk. Het netwerk instellen
4
Klik op [Naar [Initiële instellingen] scherm].
Het scherm [Initiële instellingen] verschijnt.
6
Klik op [Leverinstellingen toner]en configureer de service voor het aanvullen van toner. [Leverinstellingen toner] (alleen Beheerdersmodus)
Deze service is alleen in bepaalde landen beschikbaar.
Als u de instellingen voor het aanvullen van toner niet wilt configureren, gaat u verder naar stap 7.
7
Klik op [Sluiten].
De Portal-pagina van Externe UI wordt weergegeven.
* Als u de faxinstellingen hebt geconfigureerd, start u het apparaat opnieuw op. Start het apparaat opnieuw op
CC49-017