iW Management Console-plug-ins gebruikenU moet de speciale poortinstelling en de SNMP-instelling (SNMPv1 of SNMPv3) inschakelen om te kunnen communiceren met een iW Management Console-plug-in.
|
1
|
Klik op [Bewerken] in [Instellingen Multicast Discovery].
|
2
|
Schakel het selectievakje [Reageren op Discovery] in en geef de benodigde instellingen op.
[Reageren op Discovery]
Schakel het selectievakje in als het apparaat moet reageren op pakketten voor Multicast Discovery van software voor apparaatbeheer en u bewaking door software voor apparaatbeheer wilt inschakelen. [Bereiknaam]
Als u het apparaat wilt toevoegen aan een bepaald bereik, typt u hier maximaal 32 tekens voor de naam van het bereik. |
3
|
Klik op [OK].
|
1
|
Klik op [Bewerken] in [Meldingsinstellingen sluimermodus].
|
2
|
Schakel het selectievakje [Melden] in en geef de benodigde instellingen op.
[Melden]
Schakel het selectievakje in als u Software voor apparaatbeheer wilt informeren over de status van de stroomvoorziening van het apparaat. Als [Melden] is geselecteerd, wordt er niet onnodig gecommuniceerd tijdens de slaapstand en wordt het totale stroomverbruik teruggebracht. [Poortnummer]
Kies deze optie om het poortnummer voor deze functie te wijzigen voor uw netwerkomgeving. [Aantal te passeren routers]
Geef aan hoeveel routers de pakketten met meldingen kunnen passeren. Voer een waarde in van 0 tot 254. [Meldingsinterval]
Geef aan hoe vaak het apparaat informatie over de status van de stroomvoorziening moet verstrekken aan de software voor apparaatbeheer. Geef het aantal seconden op tussen 60 en 65535. |
3
|
Klik op [OK].
|