Documenten beveiligd afdrukken

In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u een document vanuit een programma kunt afdrukken als een beveiligd document. Er wordt eerst beschreven hoe u een beveiligd document naar de machine stuurt en daarna kunt u lezen hoe u het beveiligde document kunt afdrukken.

Een beveiligd document van een computer naar de machine sturen

1
Open een document in een programma en geef het afdrukvenster weer.
De manier waarop u het afdrukvenster weergeeft, kan per programma verschillen. Raadpleeg voor meer informatie de Help van het programma dat u gebruikt.
2
Selecteer het printerstuurprogramma voor het apparaat en klik op [Voorkeursinstellingen] of [Eigenschappen].
3
Selecteer [Beveiligd afdrukken] bij [Uitvoermodus].
Klik op [Ja] of [Nee] in het scherm [Informatie].
Als u telkens opnieuw dezelfde gebruikersnaam en pincode wilt gebruiken, klikt u op [Ja]. Als u de gebruikersnaam en pincode elke keer wilt wijzigen, klikt u op [Nee].
Als u [Ja] hebt geselecteerd
4
Geef de afdrukinstellingen op en klik op [OK].
Klik op de tabbladen [Algemene instellingen], [Pagina-instelling], [Afwerking], [Papierbron] of [Kwaliteit] om indien nodig de gewenste afdrukinstellingen op elk scherm op te geven. Verschillende afdrukinstellingen
5
Klik op [Afdrukken] of op [OK].
Nadat het beveiligde document naar het apparaat is verzonden, blijft het document in het geheugen wachten om te worden afgedrukt.
Als u [Nee] hebt geselecteerd in stap 3

Beveiligde documenten afdrukken

Als u een beveiligd document naar het apparaat hebt verstuurd, moet u het document binnen 30 minuten afdrukken. Als die tijd is verstreken, wordt het document verwijderd uit het geheugen van het apparaat en kunt u het document niet meer afdrukken.
Als beveiligde documenten niet worden afgedrukt, nemen ze geheugenruimte in beslag en bestaat de kans dat gewone (onbeveiligde) documenten niet kunnen worden afgedrukt. Zorg er daarom voordat u beveiligde documenten zo snel mogelijk afdrukt.
U kunt controleren hoeveel geheugen er wordt gebruikt voor beveiligde documenten.
  <Apparaatstatus>  <Geheugengebruik beveil. afdruk>
U kunt de geldige periode wijzigen dat beveiligde documenten in het geheugen blijven staan. De periode instellen waarna beveiligde documenten worden verwijderd
1
Druk op  en tik op <Beveiligde afdruk>.

U kunt niet doorgaan naar de volgende stap als het scherm <Scanner op afstand> dat hieronder wordt getoond, wordt weergegeven. Druk, als dat het geval is, op en sluit het scherm, en tik opnieuw op <Beveiligde afdruk>.
2
Selecteer het beveiligde document dat u wilt afdrukken.
Als het scherm <Selecteer gebruiker> wordt weergegeven
Als er beveiligde documenten van twee of meer gebruikers in het geheugen staan, wordt eerst het scherm <Selecteer gebruiker> weergegeven en dan het scherm <Selecteer bestand>. Selecteer uw gebruikersnaam.
3
Voer de pincode in met de numerieke toetsen en tik op <Toepassen>.
Het afdrukken wordt gestart.
Tik, als u het afdrukken wilt annuleren, op <Annuleren> <Ja>.

De periode instellen waarna beveiligde documenten worden verwijderd

De standaardinstelling van het apparaat is dat beveiligde documenten 30 minuten na ontvangst in het geheugen worden verwijderd als ze nog niet zijn afgedrukt. U kunt deze instelling echter wijzigen.
1
Druk op  en tik op <Menu>.
2
Tik op <Instellingen Systeembeheer>.
Als het aanmeldingsscherm verschijnt, gebruikt u de numerieke toetsen om de juiste combinatie van ID en pincode in te voeren. Druk vervolgens op . Aanmelden bij de machine
3
Tik op <Instellingen beveiligde afdruk>.
4
Tik op <Aan>.
Beveiligd afdrukken uitschakelen
Tik op <Uit> en start het apparaat opnieuw op.
5
Geef op hoe lang beveiligde documenten in het geheugen van het apparaat moeten blijven en tik op <Toepassen>.
Tik met / of de numerieke toetsen de tijd in.
Het beveiligde document wordt uit het geheugen van de machine verwijderd wanneer de hier opgegeven tijd is verstreken.
6
Start de machine opnieuw op.
Zet de machine uit, wacht minimaal 10 seconden en zet de machine weer aan.
0W59-051