Het apparaat reinigen
Maak de machine regelmatig schoon om te voorkomen dat de afdrukkwaliteit afneemt en om de machine veilig en prettig te kunnen gebruiken. Lees eerst de veiligheidsinstructies door voordat u aan de slag gaat.
Onderhoud en inspecties
Onderdelen die u moet reinigen
|
Behuizing van het apparaat en de ventilatieopeningen
Interne fixeereenheid
|
Behuizing
Wrijf de behuizing van het apparaat regelmatig schoon, vooral bij de ventilatieopeningen, om het apparaat in goede conditie te houden.
1
Schakel de machine uit en haal de stekker uit het stopcontact voordat u begint met schoonmaken.
Als u de machine uitschakelt, worden gegevens in de wachtrij verwijderd.
2
Reinig de buitenkant van het apparaat en de ventilatieopeningen.
Gebruik een zachte doek die heel iets is bevochtigd met water of een mild reinigingsmiddel dat is verdund met water.
Zie
Achterzijde voor de locatie van de ventilatieopeningen.
3
Wacht tot de behuizing van het apparaat helemaal droog is.
4
Sluit de stekker van het netsnoer weer aan op een wandcontactdoos.
Fixeereenheid
Er kan zich vuil verzamelen op de fixeereenheid in de machine, met zwarte strepen op afdrukken als gevolg. Ga als dit gebeurt als volgt te werk om de fixeereenheid te reinigen. U kunt de fixeereenheid niet reinigen als de wachtrij van het apparaat documenten bevat die nog moeten worden afgedrukt. Voor het reinigen van de fixeereenheid hebt u normaal papier van A4-formaat nodig. Leg voordat u begint het papier van A4-formaat in de multifunctionele lade.
Papier in de multifunctionele lade plaatsen
1
Selecteer het apparaat door te klikken op
in de systeemlade.
2
Selecteer [Opties]
[Hulpprogramma]
[Reinigen].
3
Klik op [OK].
|
Het papier wordt langzaam in de printer gevoerd en de printer begint met het reinigen. De reiniging is voltooid als het papier helemaal is uitgevoerd.
Als de reiniging is gestart, kan het niet worden geannuleerd. Wacht tot het klaar is (ongeveer 90 seconden).
|