Afdrukprotocollen en webservices configureren

Hieronder wordt uitgelegd hoe afdrukprotocollen geconfigureerd kunnen worden om documenten af te drukken vanaf computers. De protocollen ondersteund door het apparaat zijn LPD, RAW en WSD (Web Services on Devices).
De poortnummers van protocollen wijzigen Poortnummers wijzigen
1
Start de Externe UI en meld u in de systeembeheerdersmodus aan. De Externe UI starten
2
Klik op [Instellingen/registratie].
3
Klik op [Netwerkinstellingen] [TCP/IP-instellingen].
4
Afdrukprotocollen configureren.
LPD of RAW configureren
1
Klik op [Bewerken] in [LPD-instellingen] of [RAW-instellingen].
2
Configureer de instellingen voor zover nodig.
[Gebruik LPD-afdrukken]
Selecteer het selectievakje als u wilt afdrukken met LPD. Haal het vinkje weg als u LPD-afdrukken niet wilt gebruiken.
[Gebruik RAW-afdrukken]
Selecteer het selectievakje als u wilt afdrukken met RAW. Haal het vinkje weg als u RAW-afdrukken niet wilt gebruiken.
3
Klik op [OK].
WSD configureren
1
Klik op [Bewerken] in [WSD-instellingen].
2
Configureer de instellingen voor zover nodig.
[Gebruik WSD-afdrukken]
Selecteer het selectievakje als u wilt afdrukken met WSD. Haal het vinkje weg als u WSD-afdrukken niet wilt gebruiken.
[Gebruik WSD-bladeren]
Schakel dit selectievakje in als u via WSD informatie over het apparaat wilt ophalen van een computer. Dit selectievakje wordt automatisch ingeschakeld wanneer u het selectievakje [Gebruik WSD-afdrukken] inschakelt.
[Gebruik Multicast Discovery]
Schakel dit selectievakje in als u wilt dat het apparaat reageert op multicast-discovery-berichten. Als het selectievakje is uitgeschakeld, blijft de slaapstand van het apparaat actief, zelfs wanneer het apparaat een multicast-discovery- bericht ontvangt van het netwerk.
3
Klik op [OK].
 
WSD-netwerkapparaten instellen op Windows Vista/7/8
Installeer het printerstuurprogramma volgens de procedure die WSD-poorten gebruikt en die wordt beschreven in de Installatiehandleiding van printerstuurprogramma.
105A-027