Poortnummers wijzigen

Poorten vormen het eindpunt van het communicatietraject tussen apparaten. Belangrijke protocollen maken meestal gebruik van standaardpoortnummers. Een nadeel hiervan is dat apparaten met deze poortnummers kwetsbaar zijn voor aanvallen, iedereen weet de poortnummers namelijk. De netwerkbeheerder kan de beveiliging verder verbeteren door andere poortnummers te gebruiken. Als u een poortnummer hebt gewijzigd, moet u het nieuwe nummer doorgeven aan de communicerende apparaten, zoals computers en servers. Als een poortnummer is gewijzigd, stel dit dan ook in op het apparaat.
1
Start de Externe UI en meld u in de systeembeheerdersmodus aan. De Externe UI starten
2
Klik op [Instellingen/registratie].
3
Klik op [Netwerkinstellingen] [TCP/IP-instellingen].
4
Klik op [Bewerken] in [Instellingen poortnummer].
5
Wijzig het poortnummer en klik op [OK].
[LPD]/[RAW]
Wijzig de poort gebruikt voor LPD-afdrukken of RAW-afdrukken. Zie voor details over elk protocol Afdrukprotocollen en webservices configureren.
[WSD Multicast Discovery]
Wijzig de poort die wordt gebruikt voor WSD multicast discovery. Zie voor details over WSD Afdrukprotocollen en webservices configureren.
[HTTP]
Wijzig de poort gebruikt door HTTP. HTTP wordt gebruikt voor communicatie via het netwerk, zoals wanneer u toegang heeft tot het apparaat via Externe UI.
[SNMP]
Wijzig de poort gebruikt door SNMP. Zie voor details over SNMP De machine bewaken en bedienen met SNMP
105A-02Y