Als het apparaat van binnen vies is, kan dit gevolgen hebben voor het afdrukresultaat. Reinig het apparaat zorgvuldig.Het apparaat reinigen
Vlekken aan de onderzijde van afdrukken
Heeft u data afgedrukt zonder mares, helemaal tot aan de rand van de pagina?
Dit symptoom doet zich voor als een marge is ingesteld op Geen in het printerstuurprogramma. Het bereik dat kan worden afgedrukt met dit apparaat is het bereik binnen een marge van 5 mm rond de rand van het papier of een marge van 10 mm rond de rand van de enveloppen. Zorg voor marges rondom het af te drukken document.
Tabblad [Afwerking] [Geavanceerde instellingen] [Afdrukgebied uitbreiden en afdrukken] [Uit]
Strepen op afdrukken
Gebruikt u geschikt papier?
Controleer welk papier u kunt gebruiken en druk af met geschikt papier. Papier
Wijzig in het Printerstatusvenster de instelling van [Speciale afdrukaanpassing]. Het effect van de verbetering is het zwakst voor [Modus 1] en het krachtigst voor [Modus 4]. Probeer de aanpassing uit door te beginnen met [Modus 1]. Het printerstatusvenster weergeven
[Opties] [Apparaatinstellingen] [Assistentie bij afdrukinstellingen] [Speciale afdrukaanpassing] Selecteer stand
[Opties] [Apparaatinstellingen] [Assistentie bij afdrukinstellingen] Schakel het selectievakje [Gebruik speciale afdrukaanpassing D] in
Wijzig in het Printerstuurprogramma de instelling van [Speciale afdrukaanpassing]. Het effect van de verbetering is het zwakst voor [Modus 1] en het krachtigst voor [Modus 4]. Probeer de aanpassing uit door te beginnen met [Modus 1].
Tabblad [Afwerking] [Geavanceerde instellingen] [Speciale afdrukaanpassing] Selecteer stand
Als u een sterker verbeteringseffect selecteert, wordt de algemene afdrukdichtheid lichter. Ook kunnen de randen minder scherp worden en de details ruwer.
Er kan zich toner verzamelen als u de tonercartridge vervangt of als u het apparaat langere tijd niet gebruikt.
Wijzig in het Printerstatusvenster de instelling van [Speciale afdrukaanpassing B]. Het effect van de verbetering is het zwakst voor [Modus 1] en het krachtigst voor [Modus 3]. Probeer de aanpassing uit door te beginnen met [Modus 1]. Het printerstatusvenster weergeven
[Opties] [Apparaatinstellingen] [Assistentie bij afdrukinstellingen] [Speciale afdrukaanpassing B] Selecteer stand
Als u een groter verbeteringseffect selecteert, neemt de afdruksnelheid af.
Vlekken en spetters
Gebruikt u geschikt papier?
Controleer het papier dat u kunt gebruiken en druk af met geschikt papier. Papier
[Opties] [Apparaatinstellingen] [Assistentie bij afdrukinstellingen] Schakel het selectievakje [Gebruik speciale afdrukaanpassing U] in
Als u dit selectievakje selecteert, dan kan de afdrukkwaliteit lager worden voor sommige papiersoorten (met name dun papier) en sommige afdrukomgevingen (met name omgevingen met een hoge vochtigheidsgraad). Haal in dit geval het vinkje weg.
Is het tijd de tonercartridge te vervangen?
Materiaal in de tonercartridge kan zijn verslechterd. Vervang de tonercartridge. Tonercartridges vervangen
Het lege gebied bevat zogenaamde nabeelden.
Gebruikt u geschikt papier?
Controleer het papier dat u kunt gebruiken en druk af met geschikt papier. Papier
Is het tijd om de tonercartridge te vervangen?
Materiaal in de tonercartridge kan zijn verslechterd. Vervang de tonercartridge. Tonercartridges vervangen
Afdrukken zijn vaag
Is er nog maar weinig toner in de tonercartridge?
Verwijder de tonercartridge en schud 5 of 6 keer heen en weer om de toner in de cartridge gelijkmatig te verdelen. Plaats de cartridge vervolgens terug in de printer. Alle toner gebruiken
Gebruikt u geschikt papier?
Controleer het papier dat u kunt gebruiken en druk af met geschikt papier. Papier
[Opties] [Apparaatinstellingen] [Assistentie bij afdrukinstellingen] Schakel het selectievakje [Gebruik speciale afdrukaanpassing K] in
Een deel van de pagina wordt niet afgedrukt/Afdrukpositie is verkeerd
Heeft u data afgedrukt zonder marges, helemaal tot aan de rand van de pagina?
Dit symptoom doet zich voor als een marge is ingesteld op Geen in het printerstuurprogramma. Het bereik dat kan worden afgedrukt met dit apparaat is het bereik binnen een marge van 5 mm rond de rand van het papier of een marge van 10 mm rond de rand van de enveloppen. Zorg voor marges rondom het af te drukken document.
Tabblad [Afwerking] [Geavanceerde instellingen] [Afdrukgebied uitbreiden en afdrukken] [Uit]
De afdruk vertoont witte strepen/De afdruk is onregelmatig
Is er nog maar weinig toner in de tonercartridge?
Verwijder de tonercartridge en schud 5 of 6 keer heen en weer om de toner in de cartridge gelijkmatig te verdelen. Plaats de cartridge vervolgens terug in de printer. Alle toner gebruiken
Is het tijd om de tonercartridge te vervangen?
Materiaal in de tonercartridge kan zijn verslechterd. Vervang de tonercartridge. Tonercartridges vervangen
Is de afdruk soms ongelijkmatig wanneer u dunne lijnen afdrukt?
Vergeleken met de instelling [Uit]. selecteert de instelling [Speciale instellingen 2] een lichtere afdrukdichtheid.
U kunt deze instelling ook wijzigen in het tabblad [Afwerking] van het printerstuurprogramma [Geavanceerde instellingen] [Modus Speciaal afdrukken] [Speciale instellingen 2].
Heeft u papier geladen dat kleiner is dan de grootte van de afdrukdata?
Controleer of het papierformaat past bij de grootte van de afdrukgegevens.
De afdrukken zijn grijsachtig
Is het apparaat geïnstalleerd op een plaats waar het blootgesteld wordt aan direct zonlicht?
Zet het apparaat op een plaats waar het niet wordt blootgesteld aan direct zonlicht. De machine verplaatsen
Is de tonercartridge achtergelaten op plaats waar de cartridge langdurig was blootgesteld aan direct zonlicht?
Berg de tonercartridge twee of drie uur op een geschikte plaats op, en probeer nogmaals af te drukken. Dit kan het probleem verhelpen. Als het probleem aanhoudt, moet u de tonercartridge vervangen. Tonercartridges vervangen
Afgedrukte streepjescode kan niet worden gelezen
Probeert u een kleine streepjescode te lezen of één met dikke lijnen?
Vergroot de streepjescode.
Wijzig in het Printerstatusvenster de instelling van [Modus Speciaal afdrukken] in [Speciale instellingen 1]. Het printerstatusvenster weergeven
Wanneer u [Speciale instellingen 1] opgeeft, kunnen de afdrukken vaag zijn.
U kunt deze instelling ook wijzigen op het tabblad [Afwerking] van het printerstuurprogramma [Geavanceerde instellingen] [Modus Speciaal afdrukken] [Speciale instellingen 1].