Het bedieningspaneel gebruiken

Gebruik de onderstaande toetsen om instellingen op te geven en waarden aan te passen.
De toetsen /
Door het scherm bladeren
Aan de rechterkant van het scherm ziet u een schuifbalk als niet alle informatie op één scherm past. Als de schuifbalk wordt weergegeven, gebruikt u / om omhoog en omlaag te bladeren. De tekst- en achtergrondkleuren van een item worden omgekeerd wanneer u deze toetsen selecteert.
Een instelling wijzigen
Gebruik / om waarden in te voeren.
Tussen haakjes ( ) weergegeven waarden onder het invoervak duiden het waardebereik aan.
De toetsen /
Volgende of vorige scherm weergeven
Druk op  om naar het volgende scherm te gaan. Druk op  om terug te gaan naar het vorige scherm.
U kunt ook naar het volgende scherm gaan door op te drukken. Met keert u terug naar het vorige scherm.
De cursor verplaatsen
Met behulp van / kunt u tekst en waarden invoeren. Tekst invoeren
gebruiken
Druk op  om een instelling toe te passen.
() gebruiken
Als u na het verlaten van het instellingenmenu wilt terugkeren naar het hoofdscherm, drukt u op  ().
Met behulp van de numerieke toetsen
Voer met de numerieke toetsen tekst en waarden in. Tekst invoeren
Afhankelijk van het scherm, kunt u de numerieke toetsen niet gebruiken. In dat geval voert u in met behulp van /.
 
U kunt een variëteit aan displaygerelateerde instellingen opgeven, zoals de scherminstelling en displaytaal, met behulp van <Instelmenu> in het instellingenmenu van het bedieningspaneel. Instelmenu
1009-00J