Instelmenu

De instellingen van de sluimermodus en hoe het apparaat moet functioneren als er een fout optreedt, staan in een lijst en worden kort toegelicht. Standaardinstellingen worden aangegeven met een dolksymbool ().
Sterretjes (*)
Instellingen die zijn gemarkeerd met een sterretje (*), worden niet weergegeven, afhankelijk van andere instellingen en het feit of er een optionele SD-card op het apparaat is geïnstalleerd.
 

Sluimerstand

In de sluimermodus wordt het stroomverbruik van het apparaat verlaagd door tijdelijk enkele interne bewerkingen te stoppen. Geef het sluimermodusniveau op. De slaapstand instellen
Hoog (diepe sluimer)
Normaal (sluimerst.)

Sluimer zelfs fout

Selecteer of na een opgetreden fout de sluimermodus actief moet worden.
Uit
Aan

Prior diep sluimeren

Geef aan of u het stroomverbruik nog verder wilt verminderen als het apparaat en de computer via USB zijn verbonden.
Uit
Aan
Het is mogelijk dat het apparaat niet uit de slaapstand komt als u probeert af te drukken terwijl dit item is ingesteld op <Aan>. In dat geval drukt u op  om de slaapstand te verlaten.

Tijd tot sluimerst.

Als het apparaat gedurende een bepaalde periode niet is gebruikt of geen afdrukgegevens heeft gehad, wordt de sluimermodus geactiveerd om energie te besparen (Automatische sluimertijd). Geef de periode op waarna de automatische sluimertijd ingaat. Gebruik de standaardinstellingen om zo veel mogelijk stroom te besparen. De slaapstand instellen
5 min.
10 min.
15 min.
30 min.
60 min.

Sluimermodus bij USB *

Selecteer of het apparaat naar de sluimermodus mag gaan als u USB boven NW gebruikt om in een netwerk vanaf een computer verbinding te maken met een USB toestel. Geav. functie-inst.
Niet toestaan
Toestaan

Timerinstellingen

U kunt de instellingen opgeven voor de apparaatbewerkingen en tijdstip voor sluimermodus en voor de functie Auto Reset die het hoofdscherm toont als er gedurende een ingestelde tijd geen toets wordt ingedrukt.
Inschakeltimer
Selecteer of de sluimermodus op een opgegeven tijd moet worden verlaten. De slaapstand instellen
Uit
Aan
Inschakeltijd
Stel de tijd in om de sluimermodus te verlaten als <Inschakeltimer> is ingesteld op <Aan>. De slaapstand instellen
00:00 tot 12:00 tot 23:59
Automat. resettijd
Als er gedurende een bepaalde tijd geen toets wordt ingedrukt, keert het huidige menuscherm automatisch terug naar het hoofdscherm en keert het apparaat terug naar de onlinemodus (Auto Reset). Geef de tijd op waarna de Auto Reset wordt uitgevoerd. Selecteer <Uit> als u het apparaat niet automatisch wilt resetten.
Uit
10 sec.
20 sec.
30 sec.
40 sec.
50 sec.
1 min.
2 min.
3 min.
4 min.
5 min.
6 min.
7 min.
8 min.
9 min.
Sluimertimer
Selecteer of de sluimermodus op een opgegeven tijd moet worden verlaten. De slaapstand instellen
Uit
Aan
Sluimertijd
Voer een tijdstip in waarop de slaapstand moet ingaan als <Sluimertimer> is ingesteld op <Aan>. De slaapstand instellen
00:00 tot 12:00 tot 23:59

Waarschuwingsstap

Geef op wat het apparaat moet doen als er een bericht verschijnt dat de levensduur van een tonercartridge is verstreken.
Tonercart. waarsch.
Geef op of de printer moet doorgaan met afdrukken of stoppen wanneer de tonercartridge spoedig het einde van zijn levensduur bereik.
Doorgaan m. afdruk.
Afdrukken stoppen

Fout auto overslaan

Als er tijdens het afdrukken een fout optreedt, stopt het afdrukken. Als u het afdrukken wilt voortzetten, ook als er een fout optreedt, geef dan <Aan> op. Voor de fouten waarbij de huidige afdruktaak mag worden voortgezet, zie Er wordt een foutbericht weergegeven.
Uit
Aan

Taal

U kunt de taal die op het scherm van het bedieningspaneel, inlogscherm van de externe UI en de instellingslijsten verschijnt, veranderen.
Čeština
Dansk
Deutsch
English
Español
Français
Italiano
Magyar
Nederlands
Norsk
Polski
Português
Русский
Suomi
Svenska
Türkçe
中文(简体)
한국어

Alarm

Geef aan of het apparaat een geluidssignaal moet produceren als er een papierstoring of een werkingsfout optreedt.
Uit
Aan

Toon waarschuwingen

Geef aan of waarschuwingsberichten moeten worden weergegeven als het apparaat zich in de waarschuwingsstand bevindt.
Tonercart. waarsch.
Selecteer of er een overeenkomstig bericht moet verschijnen als de vervangingstijd voor de tonercartridge nadert.
Uit
Aan
Waarsch. onderh.kit
Selecteer of er een overeenkomstig bericht moet verschijnen als de vervangingstijd van de fixeereenheid, de invoerrollen of dergelijke nadert.
Uit
Aan
Lade leeg
Selecteer of er een overeenkomstig bericht moet verschijnen als de papierlade of het optionele papiermagazijn leeg raakt.
Uit
Aan
Fout m. e-mailtrans.
Selecteer of er een overeenkomstig bericht moet verschijnen als er een communicatiefout optreedt tijdens E-Mail Print.
Uit
Aan

Datum/tijd-instell.

Stel de huidige datum en tijd in.
Datum
Stel de huidige datum in de volgorde van jaar, maand, en dag in. Gebruik / om de cursor te verplaatsen, en gebruik de numerieke toetsen om de datum op te geven.
01/01 2001 tot 31/12 2030
Tijd (24 uur)
Stel de huidige datum in op basis van 24-uursnotatie. Gebruik / om de cursor te verplaatsen, en gebruik de numerieke toetsen om de tijd op te geven.
00:00:00 tot 23:59:59
Zomertijd
Instellingen voor de zomertijd realiseren.
DST-instellingen
Hiermee bepaalt u of de zomertijd wordt ingesteld.
Uit
Aan
Startdatum/-tijd
Hiermee geeft u de startdatum en -tijd van zomertijd op.
Maand
Week
Dag
Tijd (24 uur)
Einddatum/-tijd
Hiermee geeft u de einddatum en -tijd van zomertijd op.
Maand
Week
Dag
Tijd (24 uur)
Tijdzone
Hiermee wordt de tijdzone opgegeven uitgaande van de regio waar het apparaat wordt gebruikt.
GMT-12:00 tot GMT 00:00 tot GMT+12:00

Snel opstarten

Als u de snelle startinstellingen opgeeft, kunt u een tijd reduceren tussen het moment dat het apparaat is ingeschakeld totdat het scherm actief wordt, reduceren. Het apparaat snel opstarten
Uit
Aan

SD-kaart *

Schakel de SD-card in of uit.
Uit
Aan

Afdruk onderbreken *

Selecteer of het gebruik van de functie Interrupt Print al of niet is toegestaan (De huidige status van afdruktaken controleren).
Uit
Aan

Wistijd beveil. afdr *

Stel de hoeveelheid tijd in dat op het apparaat opgeslagen beveiligde documenten automatisch worden verwijderd. De periode instellen waarna beveiligde documenten worden verwijderd
1 uur
2 uur
3 uur
6 uur
12 uur
24 uur

Beveil. opdrachtlog *

Als het apparaat wordt uitgezet tijdens het afdrukken, wordt er wellicht geen afdruklogboek gemaakt en het totale aantal afgedrukte pagina's wordt misschien niet geteld. Als u deze functie op <Aan> instelt, wordt beslist een afdruklogboek gemaakt en wordt het totale aantal afgedrukte pagina's geteld. Maar de afdruksnelheid is dan lager.
Uit
Aan

OS van USB verb. pc

Selecteer het besturingssysteem van de PC wanneer u het apparaat via USB aansluit.
Mac OS
Windows
Overige
Stem vooral de instellingen van het apparaat af op het besturingssysteem van de PC. Als de instellingen niet zijn afgestemd, zal de PC het apparaat niet goed herkennen.
Als de computer het besturingssysteem Mac OS X 10.10 of ouder heeft en u wilt via USB vanuit een printerstuurprogramma afdrukken, stel dit onderdeel dan in op <Overige>.

PDL-selectie (PnP)

Geef een printerstuurprogramma op dat moet worden geïnstalleerd wanneer het apparaat via USB is aangesloten op een computer of ernaar wordt gezocht via het WSD netwerk.
UFR II
UFR II (V4)
PCL6
PS3
XPS (Direct)

Instellingen beheren

Selecteer of u het gebruik van de  () sleutel op het bedieningspaneel wilt beperken om te verhinderen dat eventuele instellingen abusievelijk worden veranderd.
Inst. toetsvergrend.
Als u <Aan> selecteert, werkt het menu Setup niet, ook niet als () is ingedrukt.
Uit
Aan
Met het selecteren van <Aan> kunt u de toets Instellingen alleen ontgrendelen via de externe UI. Beperkingen instellen voor functies van het bedieningspaneel

RMT-SW

Gebruik dit apparaat terwijl dit onderdeel is ingesteld op <Off>. Misschien wordt u gevraagd de instelling te veranderen in <On> opdat een servicemonteur van Canon op afstand onderhoud kan verrichten aan het apparaat.
Off
On

Scherm aanpassen

U kunt contrast en helderheid van het display instellen.
Contrast
U kunt het contrast (helderheidsverschil tussen lichte en donkere gedeelten) van het scherm aanpassen aan de gebruikslocatie van het apparaat.
-3 t/m 0 t/m +3
Helderh. tegenlicht
Selecteer deze optie om de achtergrondhelderheid van het scherm in te stellen op één van de drie niveaus. Selecteer <Uit> om de achtergrondverlichting uit te schakelen.
Uit
Niveau 1
Niveau 2
Niveau 3

Geanimeerde instr.

Selecteer of er aanwijzingen met animaties op het scherm moeten worden weergegeven als er een papierstoring optreedt.
Uit
Aan

Toon tonermeter

Selecteer of het tonerniveau rechtsonder in het scherm moet worden weergegeven.
Uit
Aan

Melding inst. volt.

Geef op hoe lang (seconden) een bericht over een veranderde instelling moet worden weergegeven. Als u <Uit> selecteert, wordt het bericht niet langer weergegeven.
 
Uit
1 sec.
2 sec.
3 sec.

Schuifsnelheid

Selecteer deze optie om de snelheid voor het van rechts naar links scrollen (bladeren) van tekens over het scherm in te stellen op één van de drie niveaus.
Langzaam
Normaal
Snel
1009-058