Instellingen voor software voor apparaatbeheer configureren

U kunt het ophalen en het beheren van diverse gegevens over apparaten in het netwerk gemakkelijker maken door software voor apparaatbeheer, zoals imageWARE Enterprise Management Console, in het netwerk te implementeren. Informatie zoals apparaatinstellingen en foutlogboeken, wordt opgehaald en verdeeld via de server-computer. Als het apparaat op zo'n netwerk is aangesloten, zoekt imageWARE Enterprise Management Console op het netwerk naar het apparaat door middel van protocollen zoals Service Location Protocol (SLP). Hiermee wordt informatie over het apparaat verzameld, waaronder de status van de stroomvoorziening. SLP-instellingen kunnen worden opgegeven via de UI op afstand.
1
Start de externe UI en meld u aan in de managementstand. De UI op afstand starten
2
Klik op [Instellingen/registratie].
3
Klik op [Netwerk]  [TCP/IP-instellingen].
4
Geef de SLP-instellingen op.
Instellingen voor Multicast Discovery opgeven
Software voor toestelbeheer informeren over de status van de stroomvoorziening van het apparaat
5
Een harde reset uitvoeren.
Klik op [Apparaatcontrole], selecteer [Harde reset] en klik vervolgens op [Uitvoeren].
De instellingen worden ingeschakeld nadat een harde reset is verricht.
Het bedieningspaneel gebruiken
Tevens kunt u Respons van Discovery in- of uitschakelen in het instellingenmenu van het bedieningspaneel. Respons v. Discovery
De meldingsinstellingen voor stroomvoorziening zijn ook bereikbaar via het instellingenmenu op het bedieningspaneel. Sluimermelding inst.
1009-03J