Toner besparen

 
U kunt in het printerstuurprogramma instellen dat documenten met minder toner worden afgedrukt.
Als de tonerspaarstand is ingeschakeld, bestaat de kans dat dunne lijnen en delen met een lichtere afdrukdichtheid vaag worden.
[Kwaliteit] tabblad Selecteer het documenttype in [Doel] Klik op [Geavanceerde instellingen] Selecteer [Tonerspaarstand] in het scherm [Geavanceerde instellingen] Selecteer [Aan] uit de uitklaplijst [OK] [OK]

[Doel] Documenttype selecteren

Selecteer het type document waarvoor u de tonerspaarstand wilt inschakelen.

[Geavanceerde instellingen]

Er verschijnt een scherm met instellingen. Klik op [Tonerspaarstand] en selecteer [Aan] in de vervolgkeuzelijst onder aan het scherm.
U kunt aangeven of u de tonerspaarstand wilt inschakelen voor ieder documenttype. Schakel voor elk documenttype dat wordt vermeld bij [Doel] al dan niet de tonerspaarstand in.
Op het scherm [Geavanceerde instellingen] kunt u verschillende andere afdrukinstellingen opgeven. Klik voor meer informatie op [Help] in het printerstuurprogramma.
1009-021